-11- Ik mag dan hierop nog wel noemen van de afgelopen periode, dat ik me gelukkig prijs, dat oud-burgemeester Hofland gevolg heeft gegeven aan de uitnodiging om hier bij mijn afscheid aanwezig te zijn, om ook hem nog speciaal te bedanken voor de prettige wijze waarop wij steeds en soms ook in moeilijke omstandigheden hebben mogen samenwerken. Heel hartelijk dank ook nog mijnheer Hofland voor alle steun die ik van u heb mogen ondervinden. Burgemeester Andriessen, u hebt gezegd: Wij kennen elkaar nog kort, d.w.z. dat wordt nu in augustus twee jaar, maar ik kan wel dit getuigen, dat er in die twee jaren een vriendschapsband niet alleen tussen ons beiden is ontstaan, maar wat ik in hoge mate prijs, dat is het ver trouwen dat ik steeds van u van het begin af van u heb mogen ondervin den. Ik meen te mogen stellen dat wij voor elkaar geen geheimen gehad hebben, dat wij steeds met elkaar goed hebben kunnen opschieten en dat wij niet alleen in de ambtelijke sfeer, wat u zoeven ook al hebt gesteld maar dat u toch ook steeds voor wat de familieomstandigheden aangaat, uw volle belangstelling hebt getoond. Namens mijn vrouw en mijn kinde ren zeg ik u daarom ook hartelijk dank. Ook de heren wethouders moet ik hartelijk dank zeggen voor de wijze waarop zij mij steeds hebben benaderd, wij hebben het altijd goed kunnen vinden. Er mag eens een meningsverschil geweest zijn, maar dat is toch immers in het leven niet zo erg. Door de uitwisseling van de gedachten komt men toch wel weer tot het goede slot. Ook de raadsleden ben ik erg dankbaar voor de wijze waarop zij mij altijd hebben benaderd en behalve dan degenen die tot mij het woord gericht hebben dat is dus mijnheer de voorzitter, mevrouw Akkermans, wethouder Vrolijk, mijnheer Vissenberg, mijnheer van Onzenoort, kapelaan van Dam, mijnheer pastoor van Stampersgat, oud burgemeester Hofland en mijnheer Melsen, allen hartelijk dank voor de door u gesproken woorden. Wanneer ik dan om nog even in die figuurlijke zin door te gaan aan de avond gekomen ben, dan is zo zoetjes aan dat tijdstip aangebroken en is het voor mij toch wel een heel grote voldoening. Ik heb heel veel woorden van dank en van waardering mogen ontvangen, waar ik u allen uitermate dankbaar voor ben. Ik ben mij er niet van bewust dat het allemaal zo mooi geweest is. In elk geval kan ik u één ding verzekeren: ik heb mijn best gedaan om het zo goed mogelijk te doen met alle mense lijke gebreken die wij allen overigens ook hebben. Wat de cadeaus betreft, daar ben ik u ook allen uitermate dankbaar voor. Ik vraag mij toch eigenlijk af, waar ik het nu toch eigenlijk aan ver diend heb om zulke mooie cadeaus te krijgen. Hartelijk dank daarvoor aan allen. Ook aan het personeel, dat mag ik zeker niet vergeten; ook aan degenen die u zijn voorgegaan, maar ook aan u allen die mij de laatste jaren hebben bijgestaan in mijn werk, want zonder uw hulp en uw medewerking had ik toch niet kunnen bereiken, wat ik op het ogen blik bereikt heb. Aan alle ambtenaren hartelijk dank voor de medewer king die ik steeds van hen heb mogen ondervinden. Dan wil ik in mijn dankwoord betrekken de pers, niet alleen de heren die op het ogenblik onder mijn gehoor zijn, maar ook hun voorgangers, voor de wijze, waarop zij mij steeds hebben benaderd. Ik mag dan besluiten om tot slot een zaak nog met nadruk vast te stellen en dat is n.l. dit. Ik heb gezegd, dat er eigenlijk niets bestendigs is in het leven hier beneden en dat is nu eenmaal zo, maar laat mij dan de hoop uitspreken, dat één ding bestendig moge zijn en dat is; Uw aller vriendschap die ik steeds heb mogen ondervinden. Dat de jaren die God mij nog geeft die aller vriendschap zeker bestendigd moge zijn. Dan moge ik eindigen met over uw aller hoofden heen dank te zeggen aan alle ingezetenen van onze gemeente, met wie ik altijd een pyettige omgang heb gehad en die mij ook steeds op de meest prettige wijze hebben benaderd, met de wens dat God u moge zegenen, altijd en overal. Met dit korte woord moge ik besluiten.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1963 | | pagina 78