- 10 - de. namiddag en een dag die beëindigd wordt met de avond. Wanneer ik mij dan even mag vastklampen aan de ochtend, dat is de jeugd, de vor ming die ik gekregen heb in mijn jeugd voor mijn latere toekomst, is het dan niet op dit ogenblik dat in grote piëteit herdacht moet worden vader en moeder, die mij een degelijke opvoeding hebben gegeven en aan wie ik naast God toch alles te danken heb. Mede dank aan al degenen die in mijn jeugdjaren aan mijn vorming hebben bijgedragen. Als ik dan overstap naar de middag, een middag die lang voor mij geworden is, mag ik dan op de eerste plaats teruggrijpen naar de dag die al eerder genoemd is naar 23, ik dacht dat het 22 was maar dat maakt niet zo heel veel uit, augustus 1915» toen ik mijn eerste schreden zette op het gebied van onze gemeentelijke administratie en op een maandagmorgen de trappen van ons oud gemeentehuisje betrad, dat toen nog op het marktplein stond, de meest unieke plaats voor een gemeentehuis en waar ik onder het oog van vader mijn eerste schreden zette op het pad van de administratie. Als ik dan van 22 augustus 1915 overstap naar 22 maart 1922, toen de raad van de gemeente Oud-en Nieuw Gastel, die destijds uit elf leden bestond, met algemene stemmen besloot, om de aanvulling van de door het overlijden van mijn vader ontstane vacature van secretaris van deze gemeente uit te stellen tot het tijdstip dat ik de drieentwintig jarige leeftijd zou hebben bereikt. Toen heeft na enkele maanden, dat is meen ik 4 augustus 1921 geweest, de gemeente raad mij met algemene stemmen tot secretaris van deze gemeente benoemd. Van de elf leden die mij toen benoemd hebben zijn er intussen tien naar beter oorden overgegaan. De heer Vissenberg leeft nog en het past mij op dit ogenblik om mijn hartelijke dank over te brengen aan de raad van de gemeente Oud-en Nieuw Gastel van die dagen die mij op zeer jeugdige leeftijd zoveel vertrouwen gaf. Als ik dan van 1 sep tember 1921, de datum van mijn indiensttreding vastkoppel aan die van 27 juli 1963» dan kan ik één ding getuigen, dan zou ik graag willen aanhalen een boekje dat ik vroeger jaren eens gelezen heb, overigens van een mij geliefde schrijver, het was n.l. de overleden pater J.C. Hermens, toen hij afscheid nam van zijn journalistieke loopbaan; Ik heb veel mensen en dingen aan mij zien voorbijgaan. En nou is het om een woord van dank te spreken zonder dat het aan het papier is toevertrouwd niet zo heel eenvoudig, want dan is natuur lijk het grote risico, dat men gemakkelijk iemar.d vergeet, maar van de andere kant heb ik er de voorkeur aan gegeven om nu eens van hart tot hart te spreken en mocht het dan zijn dat ik deze of gene zou ver geten dan hoop ik dat mij dat niet kwalijk genomen wordt. Ik moet dan beginnen met mijn dank te betuigen, wat ik al gedaan heb, aan de raad van de gemeente, die mij het vertrouwen gaf, aan de raden die zijn opgevolgd, aan de colleges van burgemeester en wethouders die ik in de loop van mijn loopbaan heb meegemaakt en aan de burgemeesters onder wie ik heb mogen dienen. Wanneer ik dus even naga welke woorden van dank ik moet spreken, dan is dit niet alleen tot de gemeentelijke instanties maar dan is dat dan ook zeker aan de Eerwaarde geestelijk heid van onze beide parochies, wier steun ik altijd in hoge mate heb mogen ontvangen. Ik ben dank verschuldigd aan heel velen, er zijn er teveel om te worden opgenoemd, maar al degenen dus die ons zijn voor gegaan daar wil ik nu nog posthuum hulde aan brengen voor het ver trouwen dat ik heb mogen genieten. En wanneer ik mij nu richt tot u raad van Oud-en Nieuw Gastel, tot u mijnheer de voorzitter, tot de heren wethouders, dan kan ik niets anders zeggen dan dat ik u allen heel veel dank verschuldigd ben. U bent mij steeds op alle mogelijke manieren tegemoet gekomen; er is een prettige verstandhouding ont staan en het is de verstandhouding die is blijven voortbestaan.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1963 | | pagina 77