genoemd.- en dat ligt misschien ook meer op ons terrein. Ik weet ook
dat de heer van Mechelen helemaal niet graag als een paaskaars op zo'n
kandelaar wordt gezet.
Een tweede punt is hem te bedanken voor het schitterende voorbeeld dat
hij gegeven heeft voor onze parochie, niet alleen als ambtenaar, dat i
vanmiddag meermalen gezegd, doch ook met heel zijn gezin.
Hij heeft het zeker niet graag wat wij hier gaan zeggen. Toch is het
zo, dat mijnheer van Mechelen met heel zijn gezin, onze parochie weet
dat, een schitterend voorbeeld geweest is,ook op godsdienstig gebied.
Als hij dan een secuur ambtenaar geweest is, zo'n werklustige ambte
naar, zal het nu misschien daarom zijn dat hij juist in die godsdienst
in de kerk, in de vervulling van die plichten, méér dan zijn plichten,
dat hij déér juist het karakter heeft gevonden, om altijd te kunnen
doorzetten om ook het moeilijke in zijn werk, ook altijd te kunnen
verwerken en hij daar al die jaren eigenlijk in zijn godsdienst steun
heeft gevonden. Daarom namens mijnheer pastoor en ook namens de hele
parochie mag ik wel zeggen mogen wij de heer van Mechelen hier vanmid
dag wel bedanken voor dit voorbeeld. Gelukkig misschien mogen wij
zeggen; wij zijn nog gelukkiger dan degenen op het gemeentehuis hier,
het personeel; wij gaan hem nog niet verliezen. Ik hoop dat hij
nog vele jaren heel rustig mag leven en dat hij voor de kerk vele
jaren mag werken. Ik dank u wel.
De pastoor van Stampersgat krijgt hierna het woord. Hij spreekt als
volgt
Secretaris, mevrouw. Die laatste zin die mijn collega hier heeft
uitgesproken, dat was nou juist het laatste grassprietje waar ik me
nog even aan wilde vastklampen. Want ik geloof dat wij buiten de
ambtelijke sfeer hier, met mevrouw van Mechelen en het gezin tot
degenen behoren die hier lachend aanwezig kunnen zijn.
Mijnheer van Mechelen heeft van meerdere zijden nu al de wenk gekregen
Blijf alstublieft ons een steun en wij zijn er zeker van, dat hij dat
zal blijven doen. Ik ben nog geen jaar pastoor in deze gemeente; in
Stampersgat, maar wat ik tot nu toe persoonlijk heb mogen ondervinden
en nog veel meer wat ik heb mogen horen van mensen uit mijn omgeving,
dat was steeds de hoogste loftrompet voor de secretaris, voor het werk
wat hij deed en voor de gemeente én ook voor alle goede werken.
Ik denk hier ook wel aan het wit-gele-kruis en ik spreek de hoop uit
met dankzegging voor wat ik tot nu toe van u heb mogen ondervinden -er
zit een dokter naast mij- dat de dokter het goedvindt dat u blijft
werken en nog jarenlang heel veel plezier moogt hebben van dat
buitenambtelijke werk; meer de apostolaatssfeerHartelijk dank en ik
wens u nog heel veel huiselijk en familiaal geluk.
Tot slot geeft de voorzitter het woord aan de secretarisdie de aan
wezigen als volgt toespreekt;
Mijnheer de voorzitter, mevrouw, geachte aanwezigen. Zo is dan voor mi
de dag gekomen waarnaar ik niet verlang en het is een dag die er mij
aan herinnert, dat er een woord staat geschreven dat zegt dat er niets
bestendigs is hier beneden. Wanneer ik dus hier een woord van afscheid
tot u ga spreken dan moet ik toch wel op de allereerste plaats mijn
dank betuigen aan de Gever van alle Goed, God, die mij de kracht en de
sterkte gegeven heeft om gedurende die veertig jaar in deze gemeente
te werken.Want hoevelen zijn er in het leven niet voor wie de laatste
werkdag is, niet de dag waarop hij de pensioengerechtigde leeftijd
bereikt maar voor velen helaas wordt die laatste werkdag ontijdig
afgebroken en wanneer ik nu een vergelijk zou willen maken met een
dag, een dag die met de ochtend begint, een dag die gevolgd wordt door