5. De voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad het geval kan zijn> maar dat het nu eenmaal zó is, dat aan een door de raad vastgesteld en door gedeputeerde staten goedgekeurd uitbreidingsplan, indien hier toe de noodzaak aanwezig is, uitvoering moet worden gegeven, ook al heeft dit voor sommigen minder prettige gevolgen. De Heer van Dongen merkt op, dat hij gaarne aanneemt, dat de hele raad achter het voorstel van burgemeester en wethouders zal staan en dat hij persoonlijk graag zal zien, dat met de belangen van de eige naren, in het bijzonder met de belangen van degenen die een zaak heb ben of een bedrijf hebben ernstig tekening wordt gehouden. Spreker wijst er op, dat hem gebleken is, dat van een zakenpand met een op pervlakte van 14 are ongeveer de helft moet worden afgestaan, tenge volge waarvan de verdere uitoefening van deze zaak praktisch onmoge lijk wordt gemaakt. Spreker verzoekt, indien dit enigszins mogelijk is, in een dergelijk geval een kleine afwijking van het uitbreidings plan toe te staan, ook al komt hierdoor de symmetrie van het plan in het geding. De voorzitter antwoordt, dat met de belangen van de belanghebbenden zoveel mogelijk rekening wordt gehouden en dat het reeds is voorge komen, dat door een kleine afwijking van het plan toe te staan,zonder dat de belangen van anderen geschaad worden een bevredigende oplossing verkregen is. De Heer van Dongen merkt op, dat hij het prettig vindt te horen, dat met de belangen van de eigenaren, zoveel mogelijk, rekening zal worden gehouden en wijst er op, dat zijn opmerking niet zó gezien mag worden, dat hij de waarde van het plan in welke vorm dan ook wil aantasten. Spreker brengt vervolgens onder de aandacht, det hij zich heeft afgevraagd op welke wijze belanghebbenden met het door de raad in deze te nemen besluit in kennis worden gesteld met name of zij een persoonlijke kennisgeving ontvangen. Spreker verklaart van oordeel te zijn dat een openbare bekendmaking niet het nodige effect sorteert en dat hij het jammer zou vinden, dat belanghebbenden tengevolge van onbekendheid met het genomen besluit van hun beroepsrecht geen ge bruik zouden kunnen maken. De voorzitter antwoordt, dat van de Vone gang van zaken zou wor den afgeweken, indien aan belanghebbenden een persoonlijke kennisge ving zou worden gezonden, daar de onteigeningswet bepaalt, dat op de in de gemeente gebruikelijke wijze, in ons geval door middel van een bekendmaking in de beide in deze gemeente meest gelezen dagbladen en door middel van aanplakking van een bekendmaking aan de daarvoor bestemde plaats ten gemeentehuize van het genomen besluit mededeling moet worden gedaan. Spreker wijst er vervolgens op, dat hij bij ge legenheid van de onderhandelingen, welke hij gevoerd heeft met be langhebbenden er op gewezen heeft, dat, indien geen overeenstemming werd bereikt een procedure aanhangig zou worden gsnaakt voor de ont eigening van de benodigde gronden, waartegen zij bezwaren kunnen in brengen. pe Heer van Dongen merkt op, dat het heel gemakkelijk kan voorkomen dat de beroepstermijn aan de aandacht van belanghebbenden ontgaat en dat het hem wil voorkomen, dat, nu het niet over een groot aantal personen gaat het verzenden van een persoonlijke kennisgeving niet veel werk met zich brengt. De voorzitter antwoordt, dat het in deze niet gaat over de hieraan verbonden werkzaamheden, maar dat het niet conform de wettelijke voorschriften is. De Heer van Dongen merkt op, dat hij gaarne aanneemt, dat met een openbare bekendmaking kan worden volstaan, maar dat hij zich blijft afvragen of het ten opzichte van de gemeenschap wel juist is iets te bereiken zonder iets te zeggen, met het daaraan verbonden risico, dat hierop later gereageerd wordt ook al is het dan ten slotte een te kortkoming van belanghebbende zelf. Spreker verklaart daarom van me ning te blijven, dat het aanbeveling verdient ten opzichte van de bij de onteigening betrokken personen een tegemoetkomende houding aan te nemendoor hen over het te nemen besluit in te lichten.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1963 | | pagina 40