24.
gemeentepersoneel dankjes te incasseren heeft gehad, terwijl degenen
die het werk hebben gedaan blijkbaar niet meetellen.
De voorzitter antwoordt, dat alle mensen meetellen en wijst er op,
dat het nu eenmaal in deze abnormale tijd niet mogelijk is geweest
om overal tegelijk te zijn, maar dat in ieder geval getracht is om
het zo goed mogelijk te doen. Spreker verklaart gaarne over de
hoofden van de raadsleden heen de personen, die zich in de moeilijke
omstandigheden van toen verdienstelijk hebben gemaakt, hartelijk
dank te zeggen voor de door hen gepresteerde arbeid. Spreker wijst
er verder op, dat het hier geen kwestie is, dat de betreffende perso
nen vergeten zijn, maar dat het zó gezien moet worden,dat in de
betreffende vergadering het gemeentepersoneel in ander verband ter
sprake is gekomen en dat toen hieraan het dankwoord voor de gepres
teerde arbeid in de winterperiode is vastgekoppeld.
De heer Ruijten merkt op, dat, voor zover hem bekend, het perso
neel van openbare werken een extra toeslag heeft gehad, wat trouwens
in de meeste particuliere bedrijven ook het geval is geweest en vraagt
of ook het overige gemeente-personeel een zodanige toeslag gehad
heeft
De voorzitter antwoordt, dat deze kwestie aldus ligt, dat op
grond van ontvangen richtlijnen van de regering alleen maar aan een
bepaalde categorie deze koudetoeslag mocht worden verleend n.l. aan
hen die hun werkzaamheden geheel of voor het grootste gedeelte buiten
hebben verricht en aan nog slechts, wanneer zij beneden een bepaalde
salarisnorm bleven en wijst er op, dat alle hiervoor in aanmerking
komende personen deze koudetoeslag hebben ontvangen, uiteraard het
overige personeel niet.
Wethouder Vrolijk merkt op, dat enige weken geleden in een ver
gadering van burgemeester en wethouders is gesproken over de verdere
bebouwing van de Roosendaalsebaan, met name voor wat betreft de tussen
de thans aanwezige bebouwing gelegen open percelen, bij welke gelegen
heid door de voorzitter de toezegging is gedaan, dat hij deze aange
legenheid met de provinciale waterstaat zou gaan bespreken. Spreker
veronderstelt, dat deze bespreking heeft plaats gehad en dat het re
sultaat van de gevoerde besprekingen in de volgende vergadering van
burgemeester en wethouders mededeling zal worden gedaan. Spreker ver
klaart van mening te zijn, dat ook de leden van de raad zich voor
deze kwestie zullen interesseren en dat het daarom op prijs zal worden
gesteld het resultaat van de gevoerde besprekingen te mogen vernemen.
Spreker wijst er vervolgens op, dat naar schatting aan de Roosendaalse
baan, ter plaatse waar reeds bebouwing aanwezig is nog plaats is voor
de bouw van 30 a 40 woningen. Spreker brengt de bouw van woningen aan
de Roosendaalsebaan ter sprake in verband met het feit, dat reeds in
1955 onze gemeente door het Economisch Technologisch Instituut te
Tilburg is aangewezen als woongemeente voor de industriekern
Roosendaal en wijst er vervolgens op, dat er ook ingezetenen zijn,
die liever niet in de nieuwe wijken terecht komen^iin de Roosendaalse
baan graag een woning zouden bouwen.
De voorzitter antwoordt, dat hij deze kwestie niet alleen heeft
besproken met de provinciale waterstaat, maar ook net het Hoofd van
de Provinciale Planologische Dienst en dat uit deze besprekingen is
gebleken, dat het met de verdere bebouwing van de Roosendaalsebaan
niet zo eenvoudig ligt, daar zowel de provinciale waterstaat als de
planologische dienst op het standpuntstaan, dat voorkomen moet worden,
dat de lintbebouwing voortgang vindt. Spreker wijst er vervolgens op,
dat uit de gevoerde besprekingen verder gebleken is, dat, indien van
gemeentewege een voorstel zou worden gedaan om in een bepaald geval
ter plaatse de bouw van een woning toe te staan, behalve dat hierovei
de commissie voor uibreidingsplannen moet worden gehoord, als eis
zal worden gesteld, dat een perceelsbreedte aanwezig moet zijn van