21
ten gevolge waarvan zich draden bevonden op het voor het voetgangers
verkeer bestemde weggedeelte, ten gevolge waarvan in het bijzonder
het voetgangersverkeer veel hinder ondervond. Spreker vraagt of het
niet mogelijk is om in samenwerking met de scholen, het oudercomité
en andere daarvoor in aanmerking komende instanties te trachten bij
de jeugd begrip op te brengen voor het uiterlijk schoon van onze
gemeente en wijst er op, dat in deze Stampersgat als voorbeeld kan
worden gesteld, waar de jongeren het voorbeeld geven om te plantsoe
nen te sparen.
De voorzitter antwoordt, dat ook hij een tijdje geleden heeft
vastgesteld, dat het op verschillende plaatsen in de nieuwe wijk
met de afrasteringen van de plantsoenen treurig gesteld is en dat
hij toen in gezelschap verkerend van iemand van openbare werken de
opmerking heeft gemaakt, dat het wellicht aanbeveling verdient om
bij wijze van proef de draden hier en daar weg te laten en dat
hierover nog een nader standpunt zal worden ingenomen. Spreker wijst
er verder op, dat in overweging is om de raad t.z.t. voor te stellen
de politieverordening aan te vullen met een bepaling, dat het ver
boden is om de plantsoenen te betreden, ten einde indien hiertoe
aanleiding bestaat, de politie in staat te stellen, op te treden.
Ten slotte merkt spreker op, dat het van groot belang is, dat
degenen die bemoeienis hebben met de jeugd in deze hun medewerking
verlenen, door bij de jeugdigen begrip aan te kweken voor het
uiterlijk schoon van onze gemeente.
De heer van Hassel vraagt of er een subsidie-verzoek is ontvangen
van de visclub.
De voorzitter antwoordt, dat dit verzoek deze morgen is ont
vangen.
De heer van Hassel vraagt of burgemeester en wethouders over
dit verzoek reeds een uitspraak kunnen doen.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet mogelijk is, maar dat reeds
eerder door de voorzitter van de visclub een mondeling verzoek om
subsidie is gedaan, maar dat direkt daarop de dooi is ingevallen
en dat toen het standpunt is ingenomen, dat de moeilijkheden waren
opgelost, maar dat nadien is gebleken, dat de uitgaven die gedaan
zijn moeten worden voor het plaatsen van een koolzuurinstallatie
in het viswater grote uitgaven ten gevolge heeft gehad.
De heer Schijvenaars vraagt of de voorzitter reeds kontakt heeft
gehad met de plaatselijke P.T.T. over het plaatsen van een telefooncel
te Stampersgat.
De voorzitter antwoordt, dat hij zich in verbinding heeft gesteld
met het telefoondistrict te Breda en dat de toezegging is gedaan, dat
nadere inlichtingen tegemoet kunnen worden gezien, die echter tot heden
nog niet zijn ontvangen.
De heer Schijvenaars vraagt of het niet mogelijk is bij de vuil?-
nisbelt, die aanwezig is achter de huizen, waarover hij aan burgemees
ter en wethouders een brief heeft geschreven, een bordje te plaatsen;
verboden vuilnis te storten.
Op de vraag van de voorzitter of ter plaatse nog steeds vuil
gestort wordt, antwoordt de heer Schijvenaars bevestigend.
De heer Schijvenaars merkt verder op, dat hij geconstateerd heeft,
dat een paar brandkranen in de Gastelsedijk West aan het oog ont
trokken zijn, ten gevolge van het feit, dat deze met grond zijn
overdekt en vraagt of deze aangelegenheid voor de zorg van de bewoners
is dan wel dat de gemeente hierover de zorg heeft.
De voorzitter antwoordt, dat de gemeente de zorg over de brand
kranen heeft en dat het hem bekend is, dat de brandweer kort geleden
bezig is geweest met het nazien van de brandkranen, maar dat hem
niet bekend is of de Gastelsedijk West reeds aan de beurt is geweest.
De heer Schijvenaars merkt vervolgens op, dat er bij de nieuwe
weg te Stampersgat, waar thans woningen in aanbouw zijn een paar laag
gelegen tuintjes liggen, die als geen maatregelen worden getroffen
niet bewerkt kunnen worden.