9.
De heer van Zundert vraagt zich af of het niet zó is, dat de
leerlingen, die de lessen aan de muziekschool gaan volgen dit doen
met de bedoeling om straks een bandje te gaan vormen, nu hij bij de
opgaaf van de leerlingen de namen van enige jongens heeft aangetrof
fen. Spreker stelt vervolgens de vraag of onze eigen muziekgezelschap
pen straks wat aan de betreffende personen hebben.
De voorzitter antwoordt, dat hij er stellig van overtuigd is,
gelet op de namen der leerlingen en het muziekonderrichtdat zij
genieten, mogelijk op één uitzondering na, het bij de belanghebbenden
niet in de bedoeling ligt om met een bandje te gaan optreden en dat
hij met het oog op het feit, dat zich onder de leerlingen een aantal
meisjes bevinden en mede gelet op de omstandigheid, dat viool en piano-
onderricht overwegend is, van oordeel is, dat, om maar een voorbeeld
te noemen de opleiding aan de muziekschool voor de fanfare niet
direkt van belang is. ITadat spreker nog heeft opgemerkt, dat de muziek
school zich ten doel stelt het muziekonderricht bij kinderen zoveel
mogelijk te bevorderen wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De heer van Zundert verzoekt aantekening, dat hij geacht wil worden
tegen te hebben gestemd.
Beschikbaar- 11. Verzoek tot het ter beschikking stellen van een krediet benodigd
stelling voor de aanschaffing van brandweeruniformen (prae-advies nr. 63.013).
krediet De voorzitter brengt onder de aandacht, dat reeds herhaaldelijk
aanschaffing gebleken is, dat de leden van het vrijwillig brandweerkorps het bij-
brandweer^ zonder op prijs zouden stellen, dat zij de beschikking hadden over een
uniformen. uniform,wat ook moge worden afgeleid uit het feit, dat zij reeds gerui
me tijd bezig zijn om een gedeelte van de daarvoor benodigde gelden
bijeen te brengen. Spreker wijst er op, dat ons brandweerkorps ook
buitengewoon aktief is om brandweerwedstrijden bij te wonen en dat bij
het deelnemen aan zodanige wedstrijden gebleken is, dat praktisch alle
korpsen in de omtrek geüniformeerd zijn. Spreker wijst er verder op,
dat de praktijk blijkbaar zó is, dat de gemeente ongeveer de helft van
het benodigde bedrag a fonds perdu verstrekt en dat de andere helft
het brandweerkorps voor zijn rekening neemt, met welke regeling het
college van Gedeputeerde Staten instemt. Spreker brengt ten slotte
onder de aandacht, dat burgemeester en wethouders, mede op grond van
het feit, dat het brandweerkorps dit jaar 50 jaar bestaat aanleiding
hebben gevonden voor te stellen om voor de aanschaffing van 20 brand
weeruniformen een krediet beschikbaar te stellen van 2500,--, waar
van 1250,-- a fonds perdu en 1250,-- bij wijze van voorschot.
De heer Koevoets merkt op, dat hij met onze fanfare op een concours
is geweest toen de leden nog niet geüniformeerd waren en een eerste
prijs behaalde en dat vlak daarop weer aan een concours is deelgenomen
bij welke gelegenheid de leden een prachtig uniform droegen en een
tweede prijs behaalden. Spreker wijst er op, dat naar zijn mening de
brandweerlieden even goed kunnen spuiten zonder dan met een uniform en
vraagt zich verder af wat de konsekwentie zal zijn bij inwilliging van
het verzoek ten aanzien van de fanfare hier en de harmonie te Stampers
gat en van eventueel andere verenigingen, waarvan de leden op het
bezit van een uniform prijs stellen.
De voorzitter antwoordt, dat naar zijn mening verschil moet worden
gemaakt tussen muziekgezelschappen en een vrijwillig brandweerkorps
en brengt onder de aandacht, dat het karakter van een vrijwillig brand
weerkorps, dat zich zowel bij dag als bij nacht ter beschikking stelt
om de belangen van de ingezetenen te behartigen geheel anders ligt
dan bij muziekgezelschappen, met alle respekt overigens voor onze
muziekgezelschappen. Spreker wijst er vervolgens op, dat het naar zijn
mening bezwaarlijk is om op het verzoek een afwijzende beslissing te
nemen, mede op grond van de reeds eerder aangehaalde omstandigheid,
dat de korpsen uit onze omgeving waarmede onze mensen herhaaldelijk
in kontakt komen praktisch alle geüniformeerd zijn.
De heer Ruijten merkt op, dat hij het met de voorzitter eens is,