6. Afwijzende beslissing verzoek Brabants conserva torium om een ver hoogd subsidie. Hierma wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten afwijzend te beslissen op het verzoek van de Raad van Elf van de Gastelse Carnavalsvereniging tot het ontvangen van een bijdrage van 500,-- en zulks op de gron den vermeld in bovenaangehaald prae-advies. De heer Koevoets verzoekt aantekening, dat hij geacht wil worden tegen het voorstel van burgemeester en wethouders te hebben gestemd, 5. Ingekomen subsidie-verzoek van het Brabants conservatorium (prae-advies nr. 63.007). De voorzitter merkt op, dat destijds besloten is aan het Brabants conservatorium een subsidie toe te kennen van 100,-- per uit deze gemeente afkomstige leerling, terwijl thans verzocht wordt een jaar lijkse bijdrage te verlenen van 0,25 per inwoner en een bedrag van 600,-- per uit deze gemeente afkomstige leerling en dat burgemeester en wethouders op de gronden neergelegd in bovenvermeld prae-advies voorstellen afwijzend op dit verzoek te beslissen en het toegekende subsidie van 100,-- per leerling uit deze gemeente te handhaven. De heer van Zundert merkt op, dat hij wel inziet, dat het niet mogelijk is volledig aan het verzoek van het conservatorium gevolg te geven en vraagt of het feit, dat 100,-- subsidie verleend is tot gevolg heeft, dat, indien een leerling uit deze gemeente het conservatorium gaat bezoeken een bedrag van 600,-- betaald wordt. De voorzitter antwoordt, dat het gevraagde subsidie gezien moet worden als een bijdrage in het exploitatie-tekort, dat ten gevolge van het feit, dat de uitgaven belangrijk hoger geworden zijn en de omstandigheid, dat het rijkssubsidie verlaagd is, sterk is gestegen, niettegenstaande de provincie, voor zover dit mogelijk was het provinciaal subsidie heeft aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. Spreker wijst er verder nog op, dat het naar zijn mening praktisch voor geen enkele gemeente mogelijk is het conservatorium te subsi diëren op de wijze zoals verzocht wordt. De heer van Zundert merkt op, dat hij vermoedt dat niet begrepen wordt wat hij bedoelt en vraagt of het juist is, dat het nu zó is, dat 100,-- subsidie verleend is zonder meer en derhalve niet 600,--* De voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is, daar thans een subsidie-bedrag geldt van 100,-- per uit deze gemeente afkomstige leerling van het conservatorium. De heer van Zundert merkt op, dat hij termen aanwezig acht voor te stellen een gemeentelijk subsidie te verlenen van 600,-- voor iedere leerling uit deze gemeente, die het conservatorium bezoekt. De voorzitter vraagt of dit voorstel gesteund wordt, waarop de heren van Dongen en Koevoets bevestigend antwoorden. Mevrouw Akkermans vraagt of er leerlingen uit deze gemeente het conservatorium bezoeken, waarop de voorzitter antwoordt, dat het aantal cursisten vermoedelijk 3 bedraagt. Mevrouw Akkermans vraagt hoeveel het lesgeld per jaar bedraagt. De voorzitter antwoordt, dat het lesgeld per jaar bedraagt ƒ.200,-- per hoofdvak en 150,-- per tweede hoofdvak, welke lesgelden ver laagd zijn met 33$. Mevrouw Akkermans merkt op, dat zij een bedrag van 600,per leerling en per jaar abnormaal hoog vindt, wat de voorzitter beaamt. Wethouder Ernest merkt op, dat er mogelijk een misverstand bestaat over het begrip conservatorium en over het begrip muziekschool, zoals er één in Roosendaal is en wijst er op, dat het karakter van een muziekschool als het ware van huishoudelijke aard is en dat degenen, die het conservatorium gaan bezoeken dit doen met de bedoeling zich voor een levenspositie te bekwamen. Spreker wijst er in dit verband op, dat voor de opleiding van andere beroepen de ouders zich grote financiële offers moeten getroosten, zonder dat de gemeente in enige vorm tegemoet kan komen. Spreker brengt vervolgens onder de

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1963 | | pagina 16