3. sekretarissen en ontvangers, 1e ambtenaar ter sekretarie en hoofd van gemeentewerken per 1 januari 1963; n, schrijven van het dagelijks bestuur van het Bouwtoezicht West-Brabant d.d. 14 maart 1963 no. 28 Te/Ve., waarbij wordt toegezonden een exemplaar van de Nederlandse Staatscourant van 25 februari 1963 no. 39> waarin is opgenomen de publikatie van het besluit van de ledenraad van 30 november 1962 tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling inzake het Bouwtoezicht West-Brabant. De heer van Zundert merkt, zulks naar aanleiding van het rapport van de instelling, die de administratie van het gemeentelijk woning bedrijf controleert op, dat hem gebleken is, dat er 18 gevallen van huurachterstand zijn en dat de laatste tijd in 10 van deze gevallen de huurachterstand groter is geworden, in 2 gevallen nagenoeg gelijk is gebleven en in 6 gevallen kleiner is geworden. Spreker wijst er vervolgens op, dat de huurachterstanden, met uitzondering van 1 geval van 30 weken, variëren van 16 tot 5 weken en dat hij het verontrustend vindt, dat in 10 gevallen de achterstand groter is geworden. De voorzitter antwoordt het met de heer van Zundert eens te zijn en wijst er op, dat aan de huurachterstanden bijzondere aandacht wordt geschonken en dat hij nog juist dezer dagen een paar achterstallige huurders bij zich heeft laten komen, die hij ten behoeve van het woningbedrijf afstand heeft laten tekenen van de kinderbijslag en dat ook in daartoe leidende gevallen, wat reeds heeft plaats gehad, tot het leggen van loonbeslag zal worden overgegaan. Spreker zegt te vertrouwen, dat door deze maatregelen de huurachterstanden zullen worden ingelopen en wijst er verder nog op, dat bij de beoordeling van de huurachterstanden wel rekening moet worden gehouden met het feit, dat in enkele gevallen de huur voldaan wordt over een periode van 4 of 5 weken, met welke omstandigheid door de controlerende instan tie op het tijdstip van het opmaken van het rapport geen rekening wordt gehouden, zodat in de hierbedoelde gevallen van een huurachter stand geen sprake is. De heer van Dongen merkt op, dat hij naar aanleiding van het ingekomen stuk vermeld onder de letter g en dat handelt over het verplaatsingskostenbesluiter prijs op stelt op te merken, zulks naar aanleiding van de hierover in de raad gevoerde besprekingen, waaruit is gebleken, dat het door hem verdedigde standpunt door praktisch alle leden van de raad als juist is erkend, dat hier vooral voor de vak organisaties een taak ligt om te bevorderen, dat het verplaatsings kostenbesluit aan de veranderde tijdsomstandigheden wordt aangepast. De voorzitter antwoordt met herinnering aan het door hem mede gedeelde bij gelegenheid van de vaststelling van het verplaatsings kostenbesluit, dat, nu met het ontwerp-besluitdat is vastgesteld, de organisaties zich hebben verenigd, hier inderdaad op de eerste plaats een taak voor de organisaties ligt om pogingen aan te wenden, dat in de regeling wijzigingen worden aangebracht. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten de onder de letters a t/m n vermelde stukken voor kennisgeving aan te nemen. Toekenning 3* Toekenning van voorschotten op de gemeentelijke vergoedingen voorschotten bedoeld in de artikelen 101 en 101 bis van de lager-onderwijswet 1920 en artikel 34 van het besluit b.l.o. 1949 ten behoeve van in deze gemeente gevestigde bijzondere scholen voor het jaar 1963 (prae-adviezen nrs. 63.OO4 en 63.OO5). De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders voorste!]^1" deze voorschotten als volgt vast te stellen: R.K.Kerkbestuur van de parochie van de H.Laurentius te Oud-Gastel; (artikel 101 l.o.wet 1920). a. voor de R.K.jongensschool en de R.K.meisjesschool voor g.l.o. op een bedrag van 36.283,33 vergoedin gen artike len 101 en 101 bis van l.o. wet 1920 en artikel 34 van het be-

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1963 | | pagina 13