- 3 -
5^__0_y_e_r^d_r_a_c_h_tv_a n 181 w o_n ingwetwoningen
a_a_nd e_ Woningstichting "St. Bernardus"
t_e0_u d e n b o s_c h. (preadvies no. 63.078).
Het preadvies vermeldt, ten aanzien van de reeds gebouwde 12 premie
woningen te Oud-Gastel (Margrietstraat), waarvoor de V.C.S. een bij
drage a fonds perdu van 10/o der stichtingskosten heeft betaald, dat
deze suikerfabriek de toewijzing aan zich voorbehoudtDe heer van
Dongen vindt dit een foutieve politiek en neemt aan, dat het gestelde
foutief is. De voorzitter voegt hieraan toe, dat de toewijzing formeel
geschiedt door burgemeester en wethouders, doch dat overleg heeft
plaats gevonden met de V.C.S.
Ook de heer van Zundert beklemtoont, dat de toewijzing van woningen,
ook indien bedrijven e.a. een bijdrage (10^j) a fonds perdu verstrekken,
in handen blijft van burgemeester en wethouders. Dit is zoals spreker
terecht stelt ook het geval indien de stichting St.Bernardus te
Oudenbosch haar in eigendom toebehorende woningen aan bepaalde mensen
wil verhuren.
De voorzitter merkt hierbij op, dat wel overleg wordt gepleegd met de
stichting inzake toewijzing van woningen.
In verband met de financieringsmoeilijkheden der woningen merkt de
heer van Dongen op, dat de Woningstichting niet gebonden is aan het
verstrekken van gelden door de eigen industrie. Bij andere instanties
b.v. de Volkskrant, Concordia, als landelijke organen, kan men op niet
ongunstige voorwaarden financieringsgelden verkrijgen, aldus spreker.
De voorzitter merkt op, dat het in het onderhavige geval gaat om de
financiering van de premie A-woningen, te bouwen uitsluitend door
woningbouwverenigingen, waarvoor de stichting zelf uit eigen
middelen 10^> moet financieren. De gemeente mag bij deze premiebouw
maximaal 3QF/o van de stichtingskosten als geldlening garanderen. De
stichting is reeds zelf pogingen in het werk aan het stellen om van
derden gelden te lenen tegen een aanvaardbaar rentepercentage.
Voorts geeft het voorstel van burgemeester en wethouders de heer van
Dongen aanleiding om te spreken over de persoon, die de administratie
van de stichting moet gaan voeren. Spreker stelt voor, dezelfde persoon
die thans de administratie voert van het gemeentelijk woningbedrijf
van de gemeente Oud-en Nieuw Gastel, de gelegenheid te geven, de admini
stratie van de Woningstichting te gaan voeren. Immers, hij is deskundig.
Bovendien mist hij anders een bron van inkomsten. Neemt hij de admini
stratie niet over, dan zal hij recht op wachtgeld hebben. Men is in dit
laatste geval tweemaal geld kwijt: eenmaal aan de administrateur (niet
de huidige persoon) en eenmaal voor wachtgeld (aan de huidige persoon).
Indien de huidige persoon de administratie van de woningbouwstichting
niet verder wil voeren, dan ziet spreker niet in, dat wachtgeld betaald
dient te worden. In het bedrijfsleven is dit een gedragslijn.
Wethouder Vrolijk merkt hierbij op, dat de woningstichting St.Bernardus
te Oudenbosch in drie gemeenten opereert, n.l. Hoeven, Oudenbosch en
Oud-en Nieuw Gastel. In ieder der gemeenten is een administrateur van
een gemeentelijk woningbedrijf.
De heer van Dongen stelt hierbij, dat ieder der drie gemeenten dan toch
gelijke rechten hebben.
De voorzitter entameert, dat de stichting zelf een administrateur aan
trekt, hetwelk in overleg met de gemeenten zo goed mogelijk opgelost
dient te worden. Zolang de stichting nog geen administrateur heeft,
blijft de administratie bij de gemeente in overleg met de stichting.
Als de functie in de gemeente Oud-en Nieuw Gastel ophoudt te bestaan,
dan zal de huidige administrateur recht hebben op wachtgeld.