3
De heer Vissenberg merkt het volgende op:
"de heer van Dongen heeft mij een aanbod gedaan om mij als wethouder te
"nemen,indien van de partij van Marcelissen iemand op mij zou stemmen.
"Zo is het gegaan.Dus dit aanbod is aan mij gedaan,dus wanneer hij zegt
"een proces-verbaal te laten opmaken,dan doe ik dat ook maar."
De heer van Dongen stelt naar aanleiding van het gesprokene door de
heer Vissenberg vast,dat de heren die het voorstel hebben gedaan om via
dit verkiezingsapparaat te komen tot het latere sekretariaat in elk ge
val de minst edelachtbaren moeten worden genoemd van onze raad en dat
hij in verband hiermede indertijd geoordeeld heeft,dat een van de heren
de minst edelachtbare was en dat hij persoonlijk liever twee andere he
ren in de wethoudersvertegenwoordiging zag,dan die ene persoon,die aan
dit voorstel deelachtig is.
De heer Vrolijk vraagt of hij hierop mag antwoorden.
De voorzitter antwoordt,dat hij dit gesprek wil gaan beëindigen.
De heer Vrolijk merkt op,dat hij toch wel graag hier even op antwoorden
wil en wel.heel kort door God tot getuige te nemen,dat hij noch aan
Vissenberg,noch aan iemand anders voorstellen in deze geest heeft ge
daan.
Hierna stelt de voorzitter aan de orde de verkiezing van de wethouders
en verzoekt Mevr.Akkermans-Zandvliet en de heer van Hassel respectieve
lijk als stemopneemster en stemopnemer te willen fungeren.
Bij de eerste stemming worden uitgebracht op de heer A.Ernest 8 en op
de heer A.J.van Dongen 5 stemmen,zodat de heer A.Ernest is benoemd.
Bij de tweede stemming worden uitgebracht op de heer L.P.Vrolijk 8 en
op de heer A.J.van Dongen 5 stemmen,zodat de heer Vrolijk benoemd is.
Nadat de benoemden op verzoek van de voorzitter aan de wethouderstafel
hebben plaats genomen,verzoekt de voorzitter aan de heer Ernest of hij
zijn benoeming aanneemt,waarop deze bevestigend antwoordt.
Op de vraag van de voorzitter of de heer Vrolijk zijn benoeming aanneemt,
antwoord ook deze bevestigend,onder dankzegging aan de 8 leden die hem
het vertrouwen hebben geschonken en onder opmerking,dat hij nog meer
dan in de verstreken periode zal trachten de belangen van de gemeente
naar best vermogen te behartigen.
De voorzitter feliciteert de wethouders met hun benoeming,onder opmer
king,dat hij al enige tijd met hen heeft mogen samenwerken.Spreker
hoopt,dat de samenwerking op dezelfde wijze zal mogen voortgaan en dat
de wethouders zullen trachten de belangen van de gemeente te behartigen
op een wijze,zoals dit dient te geschieden door iemand die een derge
lijke functie heeft verkregen en heet hen hartelijk welkom in het colle
ge van burgemeester en wethouders.
De heer Ernest dankt de voorzitter voor zijn gelukwensen en feliciteert
de heer Vrolijk met zijn benoeming tot wethouderdankt vervolgens allen
die hem het vertrouwen hebben geschonken en verklaart het volste ver
trouwen te hebben in het werk,dat de voorzitter in het belang van de ge
meente verricht.Spreker brengt vervolgens onder de aandacht, dat de
voorzitter op zijn volle medewerking mag rekenen en dat hij alles in
het werk zal stellen om de belangen van de gemeente zo goed mogelijk te
behartigen.
De heer Vrolijk dankt de voorzitter hartelijk voor de welgemeende feli
citatiewoorden en wenst zijn collega Ernest van harte proficiat met zijn
benoeming.
De heer Vissenberg merkt op,dat nu de twee wethouders zijn gekozen hij
er prijs op stelt aan de wethouders iets te vragen en wel dit,dat zij
tegenover deraad niet geheimzinnig zullen doen en steeds bereid zullen
zijn om met de raadsleden,indien dit verlangd wordt,over een belangrijk
onderwerp dat aan de orde komt tijdig voor de behandeling van gedachten
te wisselen.Spreker wijst er op,dat het vaak zo is,dat over belangrijke
zaken op korte termijn een beslissing moet worden genomen,zonder dat de
raadsleden over de nodige inlichtingen beschikken.