5
Spreker verklaart tenslotte, dat hij ten volle onderschrijft wat de he
ren Koevoets en van Dongen hebben opgemerkt en dat hij het er absoluut
niet mee eens is, dat een in dienst van de gemeente zijnde ambtenaar
een dergelijk pamflet heeft rondgestrooid, al is er geen woord van
hemzelf bij.
De voorzitter vraagt of hij de discussie over dit punt kan sluiten.
Nadat de Heer Vissenberg nog heeft opgemerkt, dat de Heer Veraart, die
als ambtenaar aan het stembureau te Stampersgat was toegevoegd daar
reeds het nodige te horen heeft gekregen, wordt voorts zonder hoofde
lijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
Wi.iziging 7» Wijzigingen van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962.
van de ge- Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zon-
meentebe- der hoofdelijke stemming besloten tot vaststelling van het 10e, 11e
groting voor en 12e besluit tot wijziging van de gemeentebegroting voor het dienst-
het dient- jaar 1962
jaar 1962.
Rondvraag- De voorzitter vraagt vervolgens of een der leden nog iets in het be
lang van de gemeente te vragen of mede te delen heeft.
De heer Akkermans vraagt of er een verordaiing bestaat, waarbij bepaald
is, dat met het opbouwen van kermisinrichtingen niet mag worden begon
nen voor donderdags voorafgaande aan de kermis en verklaart er prijs
op te stellen, dat, indien dit voorschrift bestaat, hieraan de hand
wordt gehouden.
De voorzitter antwoordt, dat hij van mening is, dat een dergelijk voor
schrift inderdaad bestaat en voegt hieraan toe, dat naar aanleiding van
het feit, dat reeds heden morgen op het kermisterrein een wagen gearri
veerd is, met de betreffende kermisexploitant contact is opgenomen, die
als verontschuldiging voor zijn te vroege komst heeft aangevoerd, dat
dit jaar een langere tijd te overbruggen was tussen de kermis hier en
de kermis, die hij het laatst had bezocht.
De Heer Akkermans merkt op, dat hij gaarne aanneemt, dat het aangevoerde
argument juist is, maar dat het tenslotte zo is, dat de voorschriften
behoren te worden opgevold.
De voorzitter antwoordt, dat deze aangelegenheid de aandacht van het
gemeentebestuur blijft houden.
De Heer Akkermans merkt op, dat hij nu hij de laatste vergadering bij
woont nog graag een laatste vraag wil stellen met name of het niet mo
gelijk is de beide monumentale pompen die vroeger op het Marktplein
hebben gestaan, en waarvan de restanten zich bevinden in de schuur van
de ambtswoning van de burgemeester, te laten herstellen. Spreker ves
tigt er de aandacht op, dat deze pompen bij monumentenzorg geregistreerd
zijn, zodat het wel erg jammer zou zijn dat deze verloren zouden gaan
en geeft in ernstige overweging aan het gemeentebestuur om, indien het
niet mogelijk mocht zijnbeide pompen te herstellen, alles in het werk
te stellen om van de restanten één pomp in de oorspronkelijke toestand
terug te brengen en deze te plaatsen op b.v. het Karolinaplein, daar het
Marktplein, met het oog op het verkeer, zich hiervoor minder leent.
De voorzitter antwoord, dat hij gaarne aan de door de Heer Akkermans
gedane suggestie zeer bijzondere aandacht zal schenken en indien de
mogelijkheid hiertoe bestaat er zijn medewerking aan zal verlenen,
dat beide of een der pompen een waardige plaats in de gemeente krijgen.
Wethouder Vrolijk merkt op, dat hij het vorig jaar met de heer Piasmans
een onderzoek heeft ingesteld naar hetgeen van de beide pompen nog aan
wezig is en dat bij deze gelegenheid de heer Piasmans tot de konklusie
is gekomen, dat het zelfs niet meer mogelijk is om van de restanten
één pomp samen te stellen, tenzij hier of daar nog onderdelen te krijgen
zijn. Spreker is het met de Heer Akkermans eens, dat alles in het werk
moet worden gesteld om te trachten één pomp voor de toekomst te bewaren*