14.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders er naar
streven in overleg met de betreffende zakenmensen en in overleg met
de politie in de bestaande toestand xoveel mogelijk verbetering te
brengen, daar gebleken is, dat het zeer moeilijk is op grond vande
wegensverkeerswet en de politieverordening te dezer zake dwingende
voorschriften vast te stellen.
De heer C. JANSEN dankt voor de te dezer zake ondervonden medewer
king en vraagt vervolgens hoe het zit met de geplaatste zitbanken,
die inmiddels weer verdwenen zijn.
De voorzitter antwoordt, dat het in deze een lastige kwestie is.
Nadat op verzoek van de raad hier en daar een bank is geplaatst, is
na korte tijd gebleken, dat enige banken zodanig zijn beschadigd, dat
deze weggenomen z n moeten worden of gerepareerd zijn moeten worden.
De heer C. JANSEN merkt verder op, dat hem gebleken is, dat te
Stampersgat nog geen zitbanken zijn geplaatst.
De voorzitter antwoordt, dat voor wat Stampersgat betreft nog naar
een geschikte plaats moet worden uitgezien.
De heer KOEVOETS merkt op, dat een aantal bewoners van de Stoofstraat
vrij regelmatig overlast van water ondervinden, wat het gevolg is van
de omstandigheid, dat de afwatering ter plaatse niet deugt.
De voorzitter antwoordt, dat hieraan aandacht zal worden besteed.
De heer ROOSENDAAL verzoekt nadere inlichtingen over het eenrich
tingsverkeer in de Kerkstraat.
De voorzitter antwoordt, dat deze kwestie reeds eerder is besproken
met als voorlopige conclusie, dat, indien tot vorenbedoelde maatregel
besloten wordt het wegdek van de Achterdijk een grondige verbetering
moet ondergaan. Spreker wijst er vervolgens op, dat deze aangelegenheid
de aandacht van burgemeester en wethouders heeft, doch dat tengevolge
van personeelsgebrek, bij de dienst voor openbare werken tot heden nog
geen begroting van kosten is kunnen worden opgemaakt.
De heer MOERINGS vraagt hoe het staat met een eventuele uitbreiding
van de gasvoorziening.
De voorzitter antwoordt, dat hieromtrent nog geen nadere mededelingen
kunnen worden gedaan, daar de direkteur van het gasbedrijf te Roosendaal
tot heden nog geen gevolg heeft gegeven aan de door hem reeds enige
tijd geleden gedane toezegging om hierover met burgemeester en wethou
ders te komen praten.
De heer MOERINGS vraagt vervolgens of er geen mogelijkheid aanwezig
is om voor een parkeergelegenheid te zorgen, daar de toestand op het
Marktplein s-Zondagsmorgens zodanig is, dat het voor vele autobezit
ters niet mogelijk is hun auto op het Marktplein te plaatsen.
De voorzitter antwoordt, dat naar aanleiding van een in een vorige
vergadering door de heer Moerings te dezer zake gestelde vraag nage
gaan is of het gemeentelijk terrein, dat gelegen is achter het café
van de heer Mies voor dit doel geschikt is.
Naar het oordeel van burgemeester en wethouders is de oppervlakte
van dit terrein van die aard, dat ter plaatse maar enkele auto's
kunnen parkeren.
De heer MOERINGS geeft als zijn mening te kennen, dat het in deze
een zeer aantrekkelijk terrein is, waar verschillende autobezitters
gebruik van zullen maken.
De heer ROOSENDAAL merkt op, dat naar zijn mening voor het beoogde
doel de open ruimte bij het Hof op het Marktplein meer geschikt is.
De voorzitter antwoordt, dat ook naar zijn mening deze plaats de
voorkeur verdient boven het in de Dreef gelegen terrein, doch eerst
dan, wanneer ter plaatse meer ruimte beschikbaar komt, met name
nadat 't Hof verdwenen zal zijn.