4. /Voor wat het dienst jaar 1962 betreft is de begroting sluitend Notulen Vanzelfsprekend is het de taak van de gemeente om binnen het kader van de financiële mogelijkheden de onderwysbelangen zoveel mogelijk te bevorderen. Wat de financiële positie van onze gemeente betreft moge worden opge merkt, dat deze niet slecht te noemen is, doch dat van de andere kant ook geen redenen aanwezig zijn om hierover te juichen./Ër is echter rekening mede te houden, dat in deze begroting niet is verwerkt een bedrag van 9.000,-- wegens op de gewone dienst drukkende lasten, tengevolge van de bijdrage in de reconstructiekosten van een aantal waterschapswegen, waartoe in een vorige vergadering is besloten. Het is een gelukkige omstandigheid, dat de onlangs in werking getreden nieuwe wet, regelende de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten voor deze gemeente niet nadelig is. Echter zal het de aandacht moeten hebben, dat een zodanig financieel beleid gevoerd wordt, dat met de beschikbare middelen wordt rondge komen, daar in tegenstelling met de oude regeling, volgens de nieuwe regeling extra rijksuitkeringen niet dan in een zeer uitzonderlijk ge val nog zullen worden toegekend. Mede het gevolg hiervan is, dat zeer vermoedelijk bepaalde plaatselijke belastingen verhoogd zullen moeten worden. Mogelijk zal de raad reeds in de volgende vergadering een voorstel bereiken om tot verhoging van de reinigingsrechten over te gaan, omdat de rechten die thans geheven worden lang niet dekken de uitgaven, die hiermede in verband staan. Tevens ligt het in de bedoeling om over te gaan tot invoering van uniforme vuilnisemmers. Tenslotte betuig ik de raad mijn hartelijke dank voor de medewerking welke ik tot heden heb mogen ondervinden en voor het in mij gestelde vertrouwen. In mijn dankwoord wil ik ook speciaal betrekken de beide wethouders met wie ik uit de aard van de zaak nog meer kontakt heb dan met de raadsleden. Ook zij hebben mij steeds op een prettige wijze tegemoet getreden en ik ben dan ook zeer erkentelijk voor de ondervonden medewerking. Mijn dank gaat ook uit n ar de sekretaris, met wie ik uit hoofde van zijn funktie zeer veel kontakt moet hebben om het geheel zo goed mogelijk te laten verlopen. Dank tenslotte ook aan het administra tief en technisch personeel voor de ondervonden medewerking. Ik moge dan besluiten met de wens uit te spreken, dat het jaar 1962 voor onze gemeente een gunstig jaar moge zijn. Wethouder Vrolijk dankt namens de leden van de raad en de gemeentesekre- taris voor het uitermate overzichtelijke jaaroverzicht en voor de ruime en uitvoerige blik in de toekomst. Spreker zegt gaarne, namens zijn collega Ernest en de overige leden van de raad ook voor de toekomst alle medewerking toe en spreekt de hoop uit, dat vele wensen, die door de voorzitter zijn uitgesproken in 1962 in vervulling mogen gaan en wenst namens de raad de voorzitter en zijn gezin voor het jaar 1962 veel goeds toe, hierbij de hoop uitsprekend, dat de voorzitter, zo spoedig mogelijk, de beschikking over een betere en passende woning zal krijgen. Na wethouder Vrolijk dank te hebben gezegd voor de goede wensen, stelt de voorzitter achtereenvolgens aan de orde: 1Vaststelling van de notulen van de vorige vergadering, gehouden op 28 december 1961 Op de vraag van de voorzitter of een der leden op- of aanmerkingen op deze notulen heeft, merkt de heer Vissenberg, naar aanleiding van het genotuleerde op bladzijde 6 met betrekking tot de verkoop van een perceeltje grond aan de heren de Wit en Janssen op, dat naar zijn me ning besloten is, dat de heer de Wit de grond zou krijgen zo ver als zijn huis lang is, wat volgens het aantal m2 dat vermeld is niet het geval is.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1962 | | pagina 4