Spreker verklaart ten slotte gaarne deze aangelegenheid nader te be
zien en zo mogelijk in een gesprek met de raadsleden, al is dit niet
direkt in een officiële raadsvergadering, na te gaan of er wellicht de
een of andere oplossing mogelijk is.
De heer VAN DONGEN vraagt of het mogelijk is de gemeenteraad in te
lichten over de totale huurachterstand op een bepaalde datum - spre
ker noemt als peildatum 1 juli 1961 - teneinde een volledig inzicht
te krijgen in de huurachterstand en om te kunnen nagaan of er termen
aanwezig zijn, dat aan deze kwestie door de raad al dan niet verdere
aandacht besteed wordt.
De voorzitter antwoordt, dat het op geen bezwaren stuit om aan het
verzoek van de heer van Dongen gevolg te geven.
Aangezien verder niemand het verlangen te kennen geeft de begroting
van het gemeentelijk woningbedrijf voor het dienstjaar 1962 artikelsge-
wijze te behandelen of nadere toelichting verlangt, wordt overeenkom
stig het voorstel van de begrotingscommissie zonder hoofdelijke stem
ming besloten deze begroting als volgt vast te stellen:
de baten en lasten op een bedrag van178.518,87
de kapitaalsinkomsten en -uitgaven op een bedrag van" 125*872,90
Hierna vraagt de voorzitter of een der leden algemene beschouwingen
wenst te houden over de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1962
De heer VAN DONGEN merkt op, dat het niet zijn bedoeling is algemene
beschouwingen te houden, maar dat hij het op prijs zal stellen ten aan
zien van enige in de begroting geraamde bedragen een nadere toelichting
te mogen ontvangen. Spreker verklaart, dat het hem is opgevallen, dat
verschillende posten belangrijk afwijken van de werkelijk ontvangen be
dragen en gedane uitgaven, waarvoor wel redenen aanwezig zullen zijn,
doch overzichtelijker zou het ongetwijfeld zijn, hoewel dit vermoedelijk
niet te verwezenlijken is om een verklarend overzicht bij te voegen
van de verhogingen, respektievelijk de verlagingen van genoemde posten.
Spreker vestigt er vervolgens de aandacht op, dat in de particuliere
sektor, b.v. bij verenigingen en bedrijfsschappen e.d., die ook een jaar
lijkse begroting opstellen, alles veel overzichtelijker is, doordat een
overzicht wordt toegevoegd van min of meer, welk overzicht meer zegt
dan de eigenlijke begroting. Met verschillende in de begroting geraamde
bedragen is het zo, dat het verschil tussen het begrotingsbedrag en
de werkelijke uitgaven wel erg groot is en waarvoor een verklaring ge
wenst wordt.
De voorzitter antwoordt, dat de gemeentebesturen gebonden zijn aan het
door de rijksoverheid, met name door de Minister van Binnenlandse Zaken
vastgestelde model voor de gemeentebegroting.
In de gemeentebegroting komen 3 kolommen voor, waarvan de laatste
kolom de ramingsbedragen voor het betreffende dienstjaar aangeeft, de
voorlaatste kolom het bedrag dat het vorig jaar is geraamd en de eer
ste kolom het bedrag van de laatst vastgestelde gemeenterekening. Er
is derhalve rekening te houden met een tijdsverschil van respectieve
lijk een jaar en twee jaren, tengevolge waarvan het verschil in de cij
fers te verklaren is. Spreker wyst er verder op, dat het nu eenmaal
niet mogelijk is in het voorgeschreven begrotingsmodel de door de heer
van Dongen aanbevolen werkwijze te volgen om in overeenstemming met het
gebruik bij particuliere bedrijven en bedrijf sschappen een overzicht te
geven van het min of meer bedrag op daarvoor in aanmerking komende pos
ten. Wat de in de gemeentebegroting genoemde bedrage betreft wordt,
indien het ramingsbedrag afwijkt van dat van het vorig jaar, in de toe
lichting een verklaring gegeven. Ten slotte merkt spreker, met aanha
ling van enige voorbeelden, op, dat het herhaaldelijk voorkomt, dat
tengevolge van niet te voorziene omstandigheden in de loop van het
jaar posten moeten worden verhoogd, die telkens aan de beoordeling van
de raad worden onderworpen en tengevolge waarvan de oorspronkelijk ge
raamde bedragen worden overschreden.