12. Echter heeft deze kwestie de aandacht van de maatschappij, zodat vertrouwd wordt, dat binnen niet al te lange tijd voorzieningen kunnen worden getroffen. De heer ROOSENDAAL vraagt of reeds door burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het bouwen van een woning bij de Wed. van der Zee in de Steenstraat en wijst er op, dat aan 2 personen door de provincie een vergunning tot het bouwen van een woning ter plaatse is geweigerd en dat thans door de provincie is goedgevonden, dat een an dere persoon ter plaatse bouwt. De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders te dezer zake nog geen bericht van de provincie hebben ontvangen. Wel is het college destijds van de afwijzende beslissingen in kennis gesteld. De heer ROOSENDAAL wijst er vervolgens op, dat destijds door burgemees ter en wethouders het standpunt is ingenomen, dat ter plaatse gebouwd mag worden, zodat ook nu wel goedgevonden zal moeten worden, dat belang hebbende zijn bouwplan ter plaatse realiseert. Hierbij komt, dat belang hebbende een ongelukkig kind heeft, tengevolge waarvan de noodzaak aan wezig is, dat belanghebbende in een rustige omgeving kan bouwen. De voorzitter antwoordt, dat het bouwen ter plaatse nader door bur gemeester en wethouders zal worden bekeken, nadat de toestemming van de provincie zal zijn ontvangen. De heer MOERINGS wijst er op, dat hij verschillende keren heeft vast gesteld, dat veel te zwaar beladen wagens 20 tot 30 ton) door de Vierschaarstraat rijden, tengevolge waarvan het wegdek veel te lijden heeft. Spreker vraagt of hierop controle kan worden uitgeoefend. De voorzitter antwoordt, dat door de politie controle wordt uitge oefend, maar dat het nu eenmaal niet mogelijk is, dit voortdurend te doen, zodat uiteraard niet alle overtredingen geconstateerd worden. De heer VISSENBERG vraagt of reeds nadere mededelingen kunnen worden gedaan over een eventuele verbreding van de langs de Noordzeedijk gele gen parallelweg. De voorzitter antwoordt, dat in het college van burgemeester en wet houders voorlopige besprekingen hebben plaats gehad over een door de dienst van openbare werken ingeleverde tekening en begroting, waaraan nog nadere aandacht is te besteden. De heer VISSENBERG vraagt hoe het staat met het plaatsen van een wachthuisje op de Noordzeedijk ten behoeve van de B.B.A.-reizigers. De voorzitter antwoordt, dat op het aan de provincie gericht verzoek om ter plaatse een wachthuisje te plaatsen nog steeds geen antwoord is ontvangen. De heer MARCELISSEN vraagt hoe het staat met de verkeersverbetering hoek Rijpersweg-Meirstraat en lleirstraat-Stoofstraat nabij het pand van de heer Ernest. De voorzitter antwoordt, dat beide gevallen nog in behandeling zijn en herinnert er aan, dat op verzoek van de provincie het plan hoek Rijpersweg-Meirstraat is herzien en dat eveneens op verzoek van de pro vincie het gehele werk door de gemeente zal worden uitgevoerd, met een evenredige bijdrage van de provincie. Het gewijzigde plan is aan de pro vinciale waterstaat ingezonden doch het fiat hierop is nog steeds niet verkregen. Wat het andere plan betreft, merkt de voorzitter op, dat met de heer Ernest volledige overeenstemming is bereikt, zodat, zodra alle formaliteiten zijn vervuld ook deze verbetering kan plaats hebben. De heer MARCELISSEN vraagt of burgemeester en wethouders reeds hun gedachten hebben laten gaan over het destijds ingediende verzoek tot het aanleggen van een instructiezwembad. De voorzitter antwoordt, dat deze aangelegenheid nog niet in een ver gadering van burgemeester en wethouders is behandeld aangezien het be treffende verzoek destijds tot hem is gericht in zijn kwaliteit van voor zitter van de raad en dat hij alvorens deze kwestie in het college van burgemeester en wethouders te behandelen, eerst inlichtingen moest in winnen.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1962 | | pagina 29