7.
Een andere kwestie is, dat de grote verscheidenheid van de hakken, em
mers, dozen, enz. het werk van de gemeentewerklieden ten zeerste be
moeilijkt en dat mede op grond van deze overweging het aanbeveling
verdient naar een ander systeem, met name tot de invoering van unifor
me emmers over te gaan. Spreker vraagt of dit laatste mogelijk is, nu
de thans geldende verordening tot 1966 is goedgekeurd.
De voorzitter antwoordt, dat het geen enkel bezwaar ontmoet, dat
tussentijds een nieuwe verordening,die uiteraard aan de goedkeuring van
de kroon is onderworpen, wordt vastgesteld.
De heer van RIJoBERGEN merkt op, dat hij zich met de aanschaffing van
nieuwe vuilnisemmers volkomen kan verenigen en vraagt of de thans in
gebruik zijnde gemeentelijke vrachtauto er zich voor leent om het vuil
nis op te halen door middel van de emmers, die thans worden aangeschaft.
De voorzitter antwoordt, dat er twee soorten emmers in de handel zijn,
n.l,, die bestend zijn voor een z.g. roltrommelwagen en voor een wagen
zoals thans bij de gemeente in gebruik is en die nog een aantal ja*"0*1
dienst kan doen. De emmers, die thans worden aangeschaft zijn geschikt
voor onze gemeentelijke wagen en mocht later tot aanschaffing van een
roltrommelwagen worden overgegaan, dan ligt het in de lijn andere em
mers te nemen. Financiële bezwaren zijn dan niet aanwezig, daar op dat
tijdstip de emmers die thans worden aangeschaft wel versleten zullen zijn
en ook zullen zijn afgeschreven.
De heer VISSENBERG vraagt of de gemeente aansprakelijk is voor het
onderhoud van de emmers
De voorzitter antwoordt, dat bij de uitreiking van de emmers richtlij
nen worden verstrekt, waaruit o.m. blijkt, dat de emmers door de gebruikers
in goed onderhouden toestand moeten worden gehouden en dat bij verhuizing
of het niet meer deelnemen aan de ophaaldienst, de emmers, die eigendom
van de gemeente blijven, in behoorlijke toestand moeten worden ingeleverd.
De heer VISSENBERG wijst er op, dat het kan voorkomen, dat emmers
zwaar beschadigd worden, waaraan de gebruiker geen schuld heeft, daar
in de afgelopen jaren wel gebleken is, dat met de thans in gebruik zijnde
teilen niet altijd op de juiste wijze wordt omgegaan, indien het huisvuil
wordt opgehaald.
De voorzitter antwoordt, dat het vanzelfsprekend is, dat, indien be
schadigingen door derden worden veroorzaakt de gebruiker van de emmer
hiervoor niet aansprakelijk is. Van gemeentewege zal moeten worden toege
zien, dat met het ophalen van het huisvuil met de emmers op de juiste
wijze wordt omgegaan.
De heer VISSENBERG vraagt of ook knipsel van tuinhagen wordt opge
haald.
De voorzitter antwoordt, dat hiervoor een aparte regeling komt en wel
in die zin, dat een paar keer per jaar gelegenheid zal worden gegeven,
zonder dat hiervoor extra betaald behoeft te worden, om bedoeld knipsel
mee te geven.
De heer VAN DONGEN merkt op, dat het praktisch hierop zal neerkomen,
dat het tarief tweemaal zo hoog zal worden als thans het geval is, wat
voor sommige mensen geen bezwaar zal zijn, maar voor enkele gezinnen mo
gelijk nog voor heel wat gezinnen, wel bezwaarlijk zal zijn.
Spreker verklaart van oordeel te zijn, dat er termen aanwezig zijn in
de verordening een bepaling op te nemen, dat grote gezinnen met een
klein inkomen in het volle genot gesteld worden van de vuilnisophaal
dienst en dat zij niet meer behoeven bij te dragen dan 10,60 per jaar.
De voorzitter antwoordt, dat, nu in de toekomst de vuilnisemmers van
gemeentewege worden verstrekt de voorgestelde verhogingen zeker niet
aan de hoge kant zijn en licht dit aan de hand van een paar voorbeelden
toe. Spreker brengt voorts onder de aandacht, dat het inderdaad kan
voorkomen, dat het voor enkele gezinnen moeilijk zal zijn het verschul
digde recht te betalen, doch dat in de daarvoor in aanmerking komende
gevallen met de belangen van deze gezinnen zeker rekening zal worden
gehouden.