VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op donderdag 15 februari 1962
om 1900 uur
Voorzitter is de Edelachtbare Heer Th.J. Andriessen, burgemeester.
Tegenwoordig zijn alle leden, t.w, L,P. Vrolijk, A. Ernest, F.A.
Akkermans, L.C. Moerings, A. van Rijsbergen, W. Vissenberg, J.M.
Roosendaal, Q.P. Koevoets, C. Jansen, L. Jansen, P.W. Schijven, A.J.
Marcelissen en A.J, van Dongen.
Sekretaris is H.J. van Mechelen.
Opening. De voorzitter opent de vergadering om 19*05 uur met de christelijke
groet, heet allen welkom en houdt, alvorens tot afhandeling van de
agenda wordt overgegaan, de volgende toespraak:
Nieuwjaars- Het is een traditie, dat ter gelegenheid van de eerste vergadering,
rededie in het nieuwe jaar gehouden wordt, door de voorzitter van de raad
een nieuwjaarsrede gehouden wordt. Ik wil mij graag aan deze traditie
houden en ik moet u zeggen, dat ik gehoopt had, dat de administratie
ve werkzaamheden ten aanzien van de gemeentebegroting zover zouden
zijn gevorderd, dat deze in deze vergadering behandeld had kunnen wor
den. Toen bleek, dat dit niet het geval is, heb ik met het oog op de
gebruikelijke nieuwjaarsrede gemeend deze vergadering niet te moeten
uitstellen.
Ten aanzien van het afgelopen jaar wil ik betrekkelijk kort zijn.
In het voorbije jaar hebben bepaalde veranderingen plaats gevonden
in het bestuur van onze gemeente. Mijn ambtsvoorganger heeft in ver
band met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zijn funktie
neergelegd en tevens is tengevolge van het overlijden van wethouder
Verholen z.g. een wijziging gekomen in de samenstelling van het colle
ge van burgemeester en wethouders door de benoeming van de heer Er-
nest tot wethouder. De in de gemeenteraad ontstane vakature is aange
vuld door de benoeming van de heer van Dongen.
Wat de bevolking van onze gemeente betreft mag worden vastgesteld,
dat een toename heeft plaats gevonden. Het aantal inwoners kon op
31 december 1961 worden vastgesteld op 7610. In de afgelopen jaren
heeft een geleidelijke stijging van het inwonertal plaats gevonden,
echter uitsluitend tengevolge van het geboorte-overschot.
Het aantal vestigingen is minder geweest dan het aantal vertrokkenen,
wat te betreuren valt, daar, indien geen vestigingsoverschot aanwezig
is in feite geconstateerd moet worden, dat het bevolkingscijfer slechts
in geringe mate toeneemt. Moge het jaar 1962 hierin verandering bren
gen. Wat de bevolking betreft wil ik nog graag enige getallen noemen.
Op 31 december 1920, na de 10e volkstelling, bestond de bevolking uit
5707 personen, op 31 december 1930 uit 6335» op 31 december 1940 uit
6558, op 31 december 1950 uit 7374 en op 31 december i960 uit 7557
personen.
Wat de woningbouw in 1961 betreft, kan ik u mededelen, dat zijn gereed
gekomen 7 woningwetwoningen, 13 premie-woningen en 11 woningen in de
vrije sektor, totaal derhalve 31 woningen.
Vanzelfsprekend mogen wij over deze toename van het aantal woningen
dankbaar zijn, maar ik meen hieraan onmiddellijk te moeten vastknopen
dat wij in feite niet voldaan zyn.
Niet zijn voldaan, omdat de woningtoename groter had kunnen zijn, maar
tengevolge van het regeringsbeleid konden er nu eenmaal niet meer
premies en niet meer rijksgoedkeuringen worden afgegeven, ten gevolge
waarvan een aantal personen, die van plan waren een woning te bouwen
hiertoe niet zijn kunnen overgaan.