2.
De voorzitter vraagt of het de instemming van de raad heeft, dat door
hem op grond van de betreffende bepaling in het reglement van orde voor
de vergaderingen van de gemeenteraad, een commissie bestaande uit 3 le~
den, om de ingekomen geloofsbrief, met de daarbij behorende bescheiden
te onderzoeken, wordt aangewezen. Aangezien geen der leden hiertegen
bezwaar heeft wyst de voorzitter de heren Moerings, Marcelissen en van
Dongen als commissieleden aan, die met deze aanwyzing akkoord gaan.
Op verzoek van de voorzitter begeeft de commissie zich naar de wethou
derskamer om het vereiste onderzoek in te stellen. Op grond van het re
glement van orde schorst de voorzitter tijdens het onderzoek de verga
dering.
Na heropening van de vergadering door de voorzitter, rapporteert de
heer Moerings, voorzitter van de commissie, dat de geloofsbrief, met de
daarbij behorende bescheiden, door de commissie in orde is bevonden en
dat hij namens de commissie voorstelt het nieuw benoemde lid van de ge
meenteraad, de heer A.A. van Bavel, toe te laten.
De voorzitter zegt de commissie dank voor het verrichte onderzoek
en vraagt of een der leden bezwaren heeft tegen de toelating van de heer
van Bavel als lid van de raad dezer gemeente. Dit blykt niet het geval
te zijn, zodat zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
de commissie is besloten.
Notulen. 2. Notulenvan de vergaderingvan 15 februari 1962.
Nadat de voorzitter heeft opgemerkt, dat deze notulen niet helemaal
zijn klaargekomen, tengevolge van het feit, dat aan de samenstelling
hiervan veel werk is verbonden en mede tengevolge van de omstandigheid
dat de voorbereiding voor de as. raadsverkiezing veel extra werk eist,
wordt op voorstel van devoorzitter zonder hoofdelijke stemming besloten
de vaststelling van deze notulen tot de volgende vergadering aan te
houden.
Ingekomen 3. Ingekomen stukken prae-advies nr. 62.024)
stukken.
a. Koninklijk besluit van 14 februari 1962nr. 6, tot verdaging van
de beslissing op het raadsbesluit van 13 september 1961 tot ont
eigening van gronden in het belang van de volkshuisvesting;
b. besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant, dd. 7 maart 1962, G.
nr. 3799, tot verdaging van hun beslissing op het raadsbesluit
van 28 juli 1961, tot vaststelling van een herziening van het
uitbreidingsplan in hoofdzaken;
c. besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant, dd. 21 februari 1962,
G. nr. 13599 tot goedkeuring van het raadsbesluit van 28 decem
ber 1961, tot 17e wijziging van de gemeentebegroting voor het
dienstjaar 1$61;
d. besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant, dd. 7 februari 1962
G. nr. 14856, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 28 decem
ber 1961 tot verkoop van perceeltjes grond te Stampersgat aan
C. de Wit en L.M. Janssen;
e. besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant, dd. 31 januari 1962,
G. nr. 15057> tot goedkeuring van het raadsbesluit van 28 decem
ber 1961, tot machtiging van burgemeester en wethouders om in
1962 kasgeldleningen aan te gaan;
f. besluit van Ged. Staten van Noord-Brabant, dd. 31 januari 1962
G. nr. 15073, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 28 decem
ber 1961, tot vaststelling van het maximum rekening-courant-cre-
diet voor 1962;
g. besluit van Ged, Staten van Noord-Brabant, dd. 31 januari 1962
G. nr. 14974, tot goedkeuring van het raadsbesluit dd. 28 decem
ber 1961, tot 1e wijziging van het Verplaatsingskostenbesluit 1954