- 8 - De voorzitter antwoordt,dat hij gaarne bereid is,daar hij bedoelde woning niet kent,de situatie te laten opnemen. De heer Koevoets merkt op,dat hem uit courantenberichten is gebleken, dat burgemeester en wethouders er bij de bevoegde instanties op geat tendeerd hebben,dat het onverantwoordelijk is,dat ter plaatse waar Rijksweg 17 de Roosendaalsebaan kruist geen viaduct is aangelegd en dat ter plaatse geen verlichting is aangebracht.Spreker wijst vervol gens op de onmogelijke situatie die ten gevolge van de aanleg van Rijksweg 17 is ontstaan voor degenen die vanaf de Pietseweg de Ouden— bosscheweg willen bereiken,wat eenvoudig niet mogelijk is zonder een grote omweg te moeten maken.Nadat spreker zijn persoonlijke ervarin gen heeft medegedeeld,wijst hij er op,dat de situatie ter plaatse het gevolg is van de omstandigheid,dat het rijk,ten koste van de belangen van vele particulieren,ten einde een goedkope verbindingsweg te kun nen maken de richting zijn uitgegaan van de verharde Strijpdreef,want was deze weg niet verhard geweest,er zeker een weg was gekomen,die een rechtstreekse verbinding tussen de Pietseweg en de Oudenbossche- weg tot stand had gebracht.Spreker vraagt of het nu zo is,dat dit alle maal maar genomen moet worden. De voorzitter antwoordtdat het in deze een aangelegenheid betreft,die de rijkswaterstaat in overleg met de provinciale waterstaat heeft be keken en dat de gemeente ten aanzien van de totstandkoming van deze wegen bitter weinig te vertellen heeft gehad,daar over het algemeen de gemeente niet eens is gehoord. De heer Koevoets merkt op,dat de toestand zo is,dat bestaande wegen zijn vervallen. De voorzitter antwoordtdat dit inderdaad zo is en dat de praktijk is, dat bericht wordt gezonden,dat die weggedeelten worden afgesloten en dat hiertegen van gemeentewege niets kan worden gedaan. De heer Koevoets vraagt of het niet mogelijk is,dat deze kwestie ook door burgemeester en wethouders wordt bestudeerd,met name of niet mo gelijk is om van gemeentewege een stukje weg te leggen,die aansluiting geeft aan een reeds aanwezig weggedeelte ter plaatse,dat bij de aanleg van Rijksweg 17 op kosten van het Rijk gelegd is voor de ontsluiting van landbouwgronden. De voorzitter antwoordt,dat nagegaan zal worden of de mogelijkheid hiertoe aanwezig is. De heer van Hassel merkt op,dat de voorzitster van de boerinnenbond hem gevraagd heeft of er in de vorige vergadering een verzoek om sub sidie is behandeld,daar zij hierover niets meer heeft gehoord. De voorzitter antwoordt,dat dit subsidieverzoek inmiddels conform de vastgestelde jeugdsubsidieregeling door burgemeester en wethouders is afgehandeld. De heer Vissenberg merkt op,dat hij graag de aandacht wil vragen voor de Gastelsedijk West,het z.g.Achtereind,dat thans in prima toestand verkeert,ten gevolge waarvan het verkeer ter plaatse steeds intensie ver wordt.Spreker verklaart van oordeel te zijn,dat,nu deze weg niet alleen voor het lokaal verkeer,doch ook en zelfs niet in het minst voor het interlokaal verkeer dienst doet,het billijk zou zijn,dat de provincie deze weg in beheer en in onderhoud overneemtdat het nu feitelijk zo is,dat de boeren,voor wat het onderhoud van de weg be treft,het gelag betalen.Spreker vraagt om te dezer zake kontakt met de provincie op te nemen. De voorzitter antwoordt,dat dit van gemeentewege niet kan gebeuren, daar het in deze een weg betreft,die in beheer en in onderhoud is bij het waterschap .Spreker wijst er vervolgens op,datindien een weg verbeterd wordt hiervan nu eenmaal de consequentie is,dat van de weg meer gebruik gemaakt wordt. De heer Vissenberg merkt op,dat de automobilisten die van de weg ge bruik maken de wegenbelasting aan de provincie betalen en niet aan het waterschap.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1962 | | pagina 132