De voorzitter antwoordtjdat indien dit zo is4ten aanzien van alle
vroeger verleende verguhningen een te lage vergoeding is vastge
steld.Spreker voegt hiebaan toe,dat het de bedoeling van burgemees
ter en wethouders is om mettertijd een voorstel te doen om over te
gaan tot Vaststelling van een z.g.precario-verordening,waarin de ta-»
neven worden geregeld die gelden voor ingebruik genomen gemeente—
grönd o.m, ook voor het plaatsen van benzinepompen en dat dan de ge
legenheid bestaat om de tarieven aan te passen aan de veranderde
omstandigheden.Spreker wijst er tenslotte op,dat,nu een zodanige
verordening niet bestaat thans een bedrag behoort te worden vast
gesteld naar analogie van de bedragen,die voorheen voor hetzelfde
doel zijn bepaald.
De heer Vissenberg merkt op,dat hij zich meent te herinneren,dat des
tijds voor de benzinepompen ,die voor het pand van de heer van Sprun-
del geplaatst zijn een vergoeding van 25,per jaar is vastgesteld.
De voorzitter antwoordtdat deze vergelijking niet juist is,daar ten
behoeve van het bedrijf van de heer van Sprundel een benzinetank
in gemeentegrond is gelegd en bovendien op het trottoir twee aftap-
pompen zijn geplaatstterwijl het thans slechts gaat over het plaat
sen van een aftappomp,daar de tank op het eigen terrein van de heer
Akkermans gelegd wordt.
De heer Vissenberg verklaart van mening te zijn,dat als het zo goed
koop blijft er veel benzinepompen zullen verschijnen.
De voorzitter antwoordt,dat de kwestie van de vergoedingsbedragen
nader kan worden bezien,wanneer de verordening op de heffing van
precariorechten aan de orde komt.
De heer van Dongen merkt op,dat de wijze waarop het ontwerp—besluit
is verzorgd twaarin op alles gelet is,een complimentje waard is en
dat de gestelde voorwaarden voldoende waarborgen bieden,dat wat de
plaatsing van de benzinepomp betreft geen moeilijkheden te verwach
ten zijn.
De heer van Zundert merkt op,dat hij in artikel 10 even gestruikeld
is over het woordje "enigerlei"met name over de clausule"wanneer
burgemeester en wethouders zulks om "enigerlei" reden".
De voorzitter antwoordt,dat naar zijn mening de redaktie wel juist
is.
De heer van Zundert beaamt dit,doch vraagt zich af hoe die redenen
liggen en voegt hieraan toe,dat deze van verkeerstechnische aard
of iets dergelijks moeten zijn.
De voorzitter antwoordt,dat het vanzelfsprekend is,dat reeeLe redenen
aanwezig moeten zijn om tot toepassing van dit artikel over te gaan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
goedkeuring re-?.Goedkeuring van de rekening van het Burgerlijk Armbestuur,over het
kening Burger- dienstjaar 1960 (prae-advies nr.62.102)
v^k Armbestuur De voorzitter merkt op,dat burgemeester en wethouders voorstellen
r„ïenstjaar 1960 deze^rekening,die door het Centraal Bureau voor verificatie en fi
nanciële adviezen van de vereniging van nederlandse gemeenten te
1s-Gravenhage gecontroleerd en akkoord is bevonden,als volgt goed te
keuren:
Gewone dienst:
inkomsten 84.878,51
uitgaven 84.878.51
Saldo nihil
Kapitaaldienst
inkomsten
uitgaven
Saldo
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zon
der hoofdelijke stemming besloten.
804,—
804.—
nihil