50. Spreker wijst er op, dat ten gevolge van het niet verlaten van de gemeentewoning door de dochter van de heer Vissenberg, er verschil lende moeilijkheden zijn en brengt vervolgens onder de aandacht, dat, wil men kritiek op anderen uitoefenen men zelf recht in zijn schoenen moet staan. De heer Vissenberg merkt op, dat, indien zijn schoonzoon in de door hem destijds bewoonde woning had kunnen blijven wonen tot het tijdstip, dat de heer Paantjens zijn woning had verlaten, hij deze woning wel geaccepteerd zou hebben. Wethouder Ernest wijst er nogmaals op, dat de gang van zaken niet anders is geweest dan door hem is medegedeeld en dat de dochter van de heer Vissenberg zich niet aan een bemaakte afspraak heeft gehouden. Na nog een korte gedachtenwisseling merkt de voorzitter op, dat hij wethouder Ernest in de gelegenheid heeft willen stellen zijn mening over de woningkwestie te zeggen en dat hij de discussie hier over sluit. Op de vraag van de heer van Dongen of hij nog in de gelegenheid kan worden gesteld hierover te spreken, antwoordt de voorzitter ont kennend, wat de heer van Dongen de opmerking ontlokt, dat het hem spijt. Aangezien verder niets meer aan de orde is, sluit de voorzitter de vergadering met de Christelijke Groet. De raad voornoemd

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1962 | | pagina 124