27.
De heer Ruijten merkt verder op, dat het naar zijn mening gewenst
is, dat in overweging genomen wordt om voor de maandelijks te houden
raadsvergadering een vaste dag vast te stellen.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet zo eenvoudig is, daar het
in het bijzonder voor een voorzitter van de raad, met het oog op
allerlei andere funkties niet gemakkelijk is een bepaalde avond ge
bonden te zijn, daar het gemakkelijk kan voorkomen, dat zijn tegen
woordigheid voor de behandeling van andere urgente aangelegenheden
elders vereist wordt. Spreker wijst er verder op, dat ook wat de toe
komst betreft getracht zal worden de raadsvergaderingen tijdig te
plannen.
De heer van Dongen vraagt om voor het houden van de raadsvergade
ringen de vrijdagavond uit te sluiten in verband met het aansluiten
daarop van de vrije zaterdag en zondag en mede in verband met het
feit, dat de vrijdagavond in de regel toch al druk bezet is.
De voorzitter antwoordt, dat hij de door de heer van Dongen gedane
suggestie gaarne overneemt.
Mevrouw Akkermans merkt op in het gemeentelijk belang niets te
vragen of mede te delen te hebben, maar wel in het algemeen belang
en brengt in herinnering, dat vanavond de aktie: "Opent het dorp"
begint. Spreekster verklaart het bijzonder op prijs te zullen stel
len, dat na afloop van de vergadering de privó-beurzen open gaan om
voor dit mooie doel een kleine bijdrage te offeren, die zij gaarne
in ontvangst zal nemen.
De voorzitter zegt dit initiatief toe te juichen en wenst Mevrouw
Akkermans als collectrice veel succes toe.
De heer Vissenberg merkt op, dat hij een schrijven heeft ontvangen
van het gemeentehuis, dat de gemeentewoning, die de heer Müller heeft
bewoond is toegewezen aan een zekere Jansen en herinnert er aan, dat
destijds een verzoek is ingediend deze woning toe te wijzen aan een
persoon die wel het slechtst gehuisvest is. Spreker wijst er op, dat
met de verzoekers heel Stampersgat er perplex van staat, dat het ge
meentebestuur de woning aan de heer Jansen heeft toegewezen, die in
het geheel geen andere woonruimte nodig had. Spreker vervolgt met er
op te wijzen, dat het vorig jaar met de woning van Veraart eenzelfde
spel is gespeeld, terwijl er andere gevallen zijn, er is b.v. een ge
zin dat gehuisvest is in een kamertje van 3 m bij 3 m> waarin de ge
hele huishouding moet worden gevoerd, terwijl ook nog mensen in kel
ders wonen. Spreker geeft ten slotte de verzekering, dat, indien dit
spel nog een keer herhaald wordt, burgemeester en wethouders er reke
ning mede te houden hebben, dat Stampersgat de oorlog verklaart.
De voorzitter antwoordt, dat hij de heer Vissenberg in de gelegen
heid heeft willen stellen zijn hart uit te storten, maar dat het vol
gens de woonruimtewet zó is, dat de woningtoewijzing door het college
van burgemeester en wethouders geschiedt.
De heer Vissenberg merkt op, dat de raad destijds, toen hij al
raadslid was, hiervoor aan burgemeester en wethouders volmacht heeft
verstrekt.
De voorzitter antwoordt, dat dit uitgesloten is.
De heer Vissenberg merkt op, dat hij de regeling zó ziet, dat
burgemeester en wethouders gemachtigd zijn de woningen toe te wijzen,
maar dat de raadsleden van advies kunnen dienen om de woningen aan
die personen toe te wijzen, die hiervoor het meest in aanmerking
komen.
De voorzitter antwoordt, dat, indien destijds in de door de heer
Vissenberg bedoelde zin zou zijn besloten het dan altijd nog zó is,
dat de raadsleden in deze kunnen adviseren, maar dat de beslissing
bij het college van burgemeester en wethouders blijft, wat eveneens
het geval is in de gemeenten waar destijds een commissie van advies
in het leven is geroepen op grond van de woonruimtewet. Spreker
vestigt