Ingebruik-
geving ge
meentegrond,
voor het
plaatsen van
een benzine
pomp vó6r het
pand. van C.A.
Akkermans
Mejrstraat
nr. 15
15-
12. Verzoek om ingebruikgeving van gemeentegrond voor het plaatsen van
een benzinepomp (prae-advies nr. 62.084).
De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders op de gron
den vermeld in bovenaangehaald prae-advies voorstellen afwijzend te
beslissen op het verzoek van het centraal bureau van de nationale coöpe
ratieve aan- en verkoopvereniging voor land- en tuinbouw G.A. te Rot
te rmand om toestemming voor het in gebruik nemen van gemeentegrond voor
het plaatsen van een bezinepomp en het leggen van leidingen op en in
het trottoir langs de Meirstraat voor het pand van de heer C.A. Akker
mans, Meirstraat nr. 15.
De heer Ruijten merkt op, dat het voor hem een vraag is of de ge
meente wel het recht heeft om te bepalen op hoedanige wijze de heer
Akkermans zijn bedrijf wenst uit te breiden en verklaart van mening te
zijn, dat het toegejuicht moet worden, dat er nog middenstanders zijn,
die initiatieven nemen. Spreker wijst er verder op, dat hij niet kan
inzien, dat de pomp ter plaatse niet thuis behoort en maakt een verge
lijking met de benzinepomp, die geplaatst is in de Dorpsstraat ten be
hoeve van de heer van Sprundel, waar ter plaatse van het trottoir een
zeer druk gebruik gemaakt wordt en waar een ruimte beschikbaar is van
Gf tegel, terwijl bij de heer Akkermans een ruimte beschikbaar is van
7s tegel. Nadat spreker nog onder de aandacht heeft gebracht, dat het
centraal bureau dat de pomp plaatst, met het oog op de omstandigheid,
dat de weg ter plaatse niet erg breed is, bereid is, voor zover dit
nodig is, om de aan de overzijde van de weg gelegen brede berm te ver
harden, stelt hij voor op het verzoek een gunstige beslissing te nemen.
De voorzitter antwoordt, dat van deze laatste omstandigheid aan
het college van burgemeester en wethouders niets bekend is.
De heer Koevoets verklaart het met het standpunt van de heer Ruij
ten volledig eens te zijn en voegt hieraan toe, dat het voor vele boe
ren, tuinders en andere personen, die de beschikking over een auto,
trekker of motor hebben en dit geldt in het bijzonder voor de bewoners
van de Stoof en omgeving, een voordeel zou zijn, als zij de drukke
Dorpsstraat zouden kunnen vermijden.
De voorzitter antwoordt, dat reeds eerder eenzelfde verzoek in de
gemeenteraad is behandeld en dat toen hierop een afwijzende beslissing
is genomen. Spreker wijst er op, dat bij het innemen van een standpunt
in deze burgemeester en wethouders niet op de eerste plaats overwogen
hebben, dat een benzinepomp bij het bedrijf van de heer Akkermans niet
direkt thuisbehoortmaar dat de plaatsing van de pomp op het trottoir
voor het voetgangersvefceer niet bevorderlijk is en wat in deze nog be
langrijker is, dat de weg ter plaatse vrij smal is en dat, indien zich
op het weggedeelte grote wagens bevinden het doorgaande verkeer hier
van veel hinder zal ondervinden.
De heer Gelijns merkt op, dat het centraal bureau een afdeling is
van de agrarische bedrijfsvereniging en het op grond hiervan op prijs
stelt in het agrarische gedeelte van de gemeente, waartoe de Meir en
de Stoof zeker gerekend kunnen worden, een benzinepomp te plaatsen.
Spreker verklaart van mening te zijn, dat het op geen enkel bezwaar
stuit, dat het verzoek wordt ingewilligd.
Hierna vraagt de voorzitter of er stemming verlangd wordt over het
voorstel van burgemeester en wethouders om op het verzoek een afwij
zende beslissing te nemen. Hiertoe geven Mevrouw Akkermans en de heren
Vissenberg, Ruijten en Koevoets het verlangen te kennen. Na gehouden
stemming blijkt, dat het voorstel van burgemeester en wethouders met
7 tegen 6 stemmen is verworpen. Tegen stemden de herens Vissenberg,
Ruijten, Mevrouw Akkermans, Rademakers, Gelijns, van Zundert en Koe
voets, Vóór de heren van Dongen, van Hassel, SchijvenaarsVrolijk,
Ernest en Marcelissen.