13. De heer van Dongen merkt op, dat hij gaarne de woningstichting "St. Bernardus" in alle opzichten ter wille wil zijn, doch dat hij er wel erg huiverig voor is om garant te blijven voor de betaling van rente en aflossing voor de aan.te gane geldlening en wel op grond van het feit, dat naar zijn oordeel een toekomstige bewoner van een der gelijke woning een inkomen moet hebben van 8000,-- per jaar om de huur van 960,per jaar, wat neerkomt op 12van het inkomen, te kunnen betalen. Spreker verklaart van mening te zijn, dat hij de vstgestelde huur voor deze woningen, die gebouwd worden op een plaats die minder aantrekkelijk is, zeer hoog vindt en dat hij dientengevol ge het risico voor de gemeente zeer groot vindt, welk risico belang rijk minder zou zijn als de woningen in het plan "Zuid" gebouwd zou den worden. Spreker brengt vervolgens onder de aandacht, dat nu reeds voor gemeentewoningen huurachterstanden bestaan van rond de 300,-- en meer en vreest, dat voor de woningen, waarover het thans gaat en waar voor een huurprijs geldt van 960,-- per jaar, de huurachterstanden nog groter zullen worden. De voorzitter antwoordt, dat niettegenstaande door het ministerie de huur is vastgesteld op 80,-- per maand, de animo voor deze wonin gen zeer groot is en dat het er werkelijk naar uitziet, dat burge meester en wethouders een aantal gegadigden teleurzuUsnmoeten stellen en verklaart van mening te zijn, dat het garanderen van een geldlening geen grote risico's voor de gemeente met zich brengt, daar de geld lening is afgestemd op de exploitatie die door het rijk is opgemaakt en dat de waarde van deze woningen belangrijk hoger ligt dan het be drag, dat gegarandeerd moet worden, daar 10$ van de dtichtingskosten op andere wijze moet worden verkregen, zodat het hierop neerkomt, dat 90$ van de stichtingskosten gegarandeerd moet worden. De heer van Dongen merkt op, dat het hem in het geheel niet ver wondert, dat er voor deze woningen zoveel animo is en verklaart van oordeel te zijn, dat, ook al zou de huurprijs 100,-- per maand be dragen er een even groot aantal gegadigden zou zijn, doch dat het in deze hierover niet gaat, doch over de vraag of men in staat is een dergelijke huurprijs op te brengen en brengt in dit verband nogmaals in herinnering de omstandigheid, dat er nu reeds huurachterstanden zijn van meer dan 300, Naar aanleiding van deze laatste opmerking brengt de voorzitter onder de aandacht, dat het een uitzonderlijk geval is, dat er een huurachterstand van 300,is. De heer van Dongen merkt op, dat er meerdere gevallen zijn en dat hij, indien dit nodig is bij een volgende gelegenheid in het openbaar mededelingen zal doen, daar het zijn overtuiging is dat er meerdere gevallen zijn met een huurachterstand van rond dit bedrag en dat er waarschijnlijk nog achterstanden zijn die hoger liggen. De voorzitter antwoordt, dat dit absoluut niet het geval is, waar op de heer van Dongen opmerkt, dat er dergelijke huurachterstanden zeker geweest zijn. Wethouder Ernest merkt op, dat de heer van Dongen in een vorige vergadering gezegd heeft, dat het met de huurachterstanden nogal meeviel. De heer van Dongen merkt op, dat het hem over het geheel gezien betrekkelijk wel meeviel en stelt vast, dat meerdere bewoners van gemeentewoningen met de huurbetaling te ver achterstaan en vraagt zich af of dit wel nodig is. Spreker merkt vervolgens op, dat hij deze kwestie thans niet aan de orde wil stellen, daar het er nu over gaat of een arbeider in staat is een huur van 80,-- per maand te betalen en dat hij er van uitgaat, dat het merendeel van deze wonin gen door arbeiders bewoond zal worden.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1962 | | pagina 107