Verlenen van medewerking overeenkomstig art.72 der lage onderwijswet 1920 voor aan schaffing van leermiddelen t. de r.k.meisjes school voor g.l, te Oud-Gastel Vastelling van de vergoedings bedragen per leerling voor 7. 4. Verlenen van medewerking overeenkomstig artikel 72 van de lager- onderwijswet 1920 t.b.v. de aanschaffing van leermiddelen voor de r.k. meisjesschool voor g.l.o, te Oud-Gastel (prae-advies nr. 62.079). r Na een korte toelichting door de voorzitter wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stem ming besloten de gevraagde medewerking te verlenen. b. v. de bijzondere scholen voor het jaar 1965. 5. Vaststelling van de vergoedingsbedragen per leerling voor het bij zonder gewoon lager onderwijs, voortgezet gewoon lager onderwijs, uit gebreid lager onderwijs en buitengewoon lager onderwijs (continu- onderwijs aan schipperskinderen) voor het jaar 1963 (prae-advies nr. 62.094). De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders voorstel len deze vergoedingsbedragen als volgt vast te stellens a. voor het gewoon lager onderwijs op 50,-- per leerling; b. voor het voorgezet gewoon lager onderwijs op 75,per leerling; c. voor het uitgebreid lager onderwijs op 75»-- per leerling; d. voor het buitengewoon lager onderwijs (continu-onderwijs aan schipperskinderen) op 85,per leerling. Op de vraag van de voorzitter of een der leden over de voorgestel de vergoedingsbedragen iets te vragen heeft, merkt de heer van Zun- dert op, dat hij uiteraard geen bezwaar heeft tegen de verhoging, die aan de St. Victorstichting wordt toegekend en dit opgevoerd wordt van 75»-- tot 85,-- per leerling, daar hij aanneemt, dat deze verhoging nodig is, daar deze anders zeker niet gevraagd zou zijn. Spreker wijst er op, dat de redenen die in het verzoekschrift zijn aangehaald niet alleen voor deze stichting gelden, maar ook voor de andere scholen stijgen de kosten en ook deze scholen, die geen nieuwe scholen meer zijn moeten opgeschilderd worden en bij deze scholen is de toestand zó, dat niet alleen alle oude verf verwijderd moet wor den, doch dat bovendien ook nieuwe grondlagen aangebracht moeten wor den, Bovendien zou het voor de lagere scholen met name voor de leer lingen van de 5e en 6e klas o'ok wel aanbeveling verdienen, dat deze kinderen aan het zwemonderricht konden deelnemen, hoewel hiermede veel kosten en tijd gemoeid zouden zijn, maar wanneer zoals ook bij de schippersschool het geval is, het vervoer per autobus zou kunnen plaats hebben, dan zou wat het tijdverlies betreft de moeilijkheid voor een groot gedeelte zijn opgelost. Spreker wijst er verder op, dat het voor hem duidelijk is, dat het vergoedingsbedrag voor het buitengewoon lager onderwijs, w.aar de schippersschool onder valt hoger moet zijn dan voor het lager onderwijs. Nadat spreker heeft vastgesteld, dat de lagere scholen dankbaar zullen zijn, dat het vergoedingsbedrag per leerling wordt opgetrokken tot 50,-- per leerling, stelt hij vast, dat het hem niet duidelijk is, dat de ver goedingen niet in gelijke mate zijn opgetrokken, wat blijkt uit het feit, dat de vergoeding voor de schippersschool is verhoogd met 13 1/3de vergoeding voor de lagere scholen met 11 l/9$ en de ver goeding voor het voortgezet gewoon lager onderwijs en voor het uit gebreid lager onderwijs met 7 l/7Spreker vestigt er voorts de aan dacht op, dat het aantal leerlingen van de v.g.l.o. school thans slechts 38 bedraagt en herinnert er aan, dat op deze school twee zeer dure vakken gegeven worden nl. naaien en koken. Spreker verklaart het in strijd te vinden met het beginsel, dat het bijzonder onderwijs van overheidswege volledig gesubsidieerd wordt, dat, wat deze school be treft, om te kunnen rondkomen van de ouders van de leerlingen een maan delijkse bijdrage gevraagd moet worden van 0,70 voor kookingre- diënten 0.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1962 | | pagina 101