4.
Hierna vraagt de voorzitter of een der leden het woord nog verlangt.
De heer Ernest geeft hiertoe het verlangen te kennen en richt zich
met de volgende woorden tot de jubilaris.
"Van op deze plaats wil ik gaarne mijn buitengewone erkentelijkheid
uitspreken aan het adres van de heer van Mechelen. Het is wel zo, dat
wanneer wij hem in zijn gewone doen zien en zo door Gastel zien wandelen
dan is de ernst en de bezorgdheid als het ware van zijn gezicht te lez.en.
Maar wanneer men enige tijd met hem in aanraking is geweest, dan be
merkt men, dat de jubilaris ernst on plezier aan elkaar weet te koppe
len. Ik heb hem al een tijdje van dichtbij leren kennen en ik moet zeg
gen, dat hij deze twee factoren op een juiste manier bijeen weet te
brengen. Ik wil hem gaarne, namens de raad, dank betuigen voor de ernst
en de bezorgdheid en tevens ook voor de vrolijkheid, die hij op zijn manier
altijd naar voren weet tebrengen. Namens de raad feliciteer ik u en ook
uw echtgenote en kinderen hartelijk bij gelegenheid van uw jubileum en ik
spreek hierbij de hoop uit, dat u de jaren, die u nog bij de raad zult
zijn in genoeglijk samenzijn zult mogen doorbrengen en in een prettige samen
werking.
Hierna krijgt, als vertegenwoordiger van het gezamenlijk personeel, de
heer Veraart het woord, die de volgende toespraak houdt.:
"Sekre taris,
't Is bekend, sekre taris, dat u er nooit van gehouden hebt om geprezen
te worden, doch we hebben de laatste tijd toch moeten vaststellen, dat
daarin wel enige verandering is gekomen.
Dit is ons vooral gebleken uit de kleine, doch genoegelijke onderhoudjes
die we zo nu en dan met u op de sekretarie hebben gehad.
We hebben getracht te achterhalen waar die verandering wel aan toe te
schrijven is en de oplossing moet o.i. gevonden worden in het feit, dat
u nu in een -prachtige kamer resideert.
Alhoewel u er zich toch niet van bewust bent, dat dit zo is, probeert
u ons wijs te maken, dat het een leeftijdsverschijnsel is.
Vele jaren, de een meer dan de ander, hebben we naar u moeten luisteren,
doch thans is het ogenblik aangebroken, dat u eens naar ons moet luis
teren.
Onze hartelijke dank dan sekretaris voor alles wat u voor ons hebt ge
daan. Niet alleen hiervoor onze dank, doch ook voor uw voortreffelijke
leiding op de sekretarie. De prettige sfoer, die op de sekretarie heerst
is daarvan een bewijs.
Voor ons bent u geweest en bent u nog een voorbeeld voor wat betreft uw
werklust, akkuraatheid, stiptheid en vooral niet te vergeten uw zuinig
heid. Het laatste, ik mag dit nu wel gerust zeggen, verwekt bij de jon
gere ambtenaren nogal eens hilariteit en nu is gebleken, dat u zich
wat ongerust begint te maken, want onlangs komt op een morgen de gemeen
tebode achter en vraagt of wij nog steeds oude enveloppen gebruikten.
We keken hem verwonderd, aan, hij bemerkte dit en vroeg ons of we dit niet
begrepen. We hadden het zo door en zeiden, ga naar de sik en zeg hem, dat
daarin nog geen verandering is gekomen en dat we nog steeds op dezelfde
voet leven als in de oude kooi.
Sekretaris, nogmaals, mede namens alle sekretarie-ambtenaren en personeel
gemeentewerken, onze dank en laat ons hopen, dat u de tijd, die u nog
rest om werkzaam te zijn op de gemeentesekretarievruchtdragend en aan
genaam mag zijn en dat, wanneer de eindpaal zal zijn bereikt u nog zeer vele
jaren in goede gezondheid zult mogen genieten van uw pensioen, want dat
hebt u werkelijk wel verdiend.
Moge ik eindigen met een verzoek tot God, dat hij met onze wensen rekening
zal houden.