11
de uitermate prettige samenwerking in het college van B, en W.in de
raad en met het personeel.
En collega van Liere, die heeft straks wel gezegd, dat ik niet zo heel
veel vergaderingen hield van B. en en de 6 voorgeschreven raadsver
gaderingen, ja ik ga daar echt niet dieper op in, want anders zou het
gemeentebestuur van Oud-en Nieuw Gastel misschien gaan denken, dat ik
een soort dictator zou zijn, nou en dat is het geenszins. De omstandigheden
in die gemeente brachten nu eenmaal mee, dat het mogelijk was om niet meer
dan 6 raadsvergaderingen te houden en daar heb ik me dus strikt aan ge
houden.
Mijnheer Kogeler, u als voorzitter van het Borgstellingsfonds voor de
Zeeuwse eilanden, u was tengevolge van uw vakantie niet in de gele -enheid
op mijn afscheid tegenwoordig te zijn, ik dank u zeer voor het feit, dat
u de reis van Middelburg naar Oud-en Nieuw Gastel hebt aanvaard, ik dank u
zeer voor de vriendelijke woorden, die u tot mij hebt willen richten, voor de
felicitaties, maar ook dank ik u voor de buitengewoon prettige samenwer
king, die wij in het Borgstellinpsfonds hadden. We hadden elke maand daar
onze dagelijks bestuursvergaderingen en ik moet u zeggen, dat die dagelijks
bestuursvergaderingen, dat heb ik ook vorige week kunnen zeggen, buiten
gewoon aangenaam en prettig waren. Uiteraard hadden we wel heel wat
zaken te behandelen, vanzelfsprekend bij een borgstellinfsfondsmaar aan
de andere kant was het ook zo, dat er tussen de zakelijke besprekingen,
ook af en toe de mogelijkheid aanwezig was om one werkelijk met elkaar
enigszins prettig bezig te houden en die prettige verstandhouding heeft
werkelijk beinvloed dat wij ook in het belang van het Borgstellingsfonds
op de juiste manier de belangen van de Middenstand hebben kunnen dienen.
Ik hoop, mijnheer de voorzitter, dat het mogelijk zal zijn op dezelfde wijze
met uw Borgstellingsfonds in Zeeland door te gaan.
Dames en heren, ik ben nu aan het einde van het beantwoorden van de
sprekers en ik geloof, dat de tijd zo zoetjesaan beëindigd dient te wor
den omdat nog heel wat mensen mij waarschijnlijk nog willen gelukwensen
met mijn benoeming en wij straks naar Stampersgat moeten, want u hebt wel
gemerkt, dat ik de belangen van Stampersgat heel goed in het oog moet
houden, dus wil ik daar in ieder geval niet te laat aankomen.
Dames en heren, hartelijk dank voor de zeer vriendelijke woorden, harte
lijk dank voor uw aanwezigheid en moge ik dan besluiten met u te vragen
mij te geven uw aller medewerking opdat wij tezamen de belangen van de ge
meente Oud-en Nieuw Gastel op de juiste wijze en goede wijze kunnen dienen
en laten wij ook hopen, dat Gods zegen mij hie rbij zal mogen bijstaan.
Ik dank u."
Hierna sluit wethouder Vrolijk, onder dankzegging voor de aanwezigheid,
deze bijeenkomst, waarna de aangekondigde receptie een aanvang neemt.
De Wethouder—Tioon—bur cemfifistfir