8. Ilc heb aan raijn vakantie-adres een uitvoerig verslag gelezen van uv/ af scheid in Ovezande, waar ook het fonds vertegenwoordigd was en toen ik daar las, hoe u daar is uitgeleid, kreeg ik behoefte om, nu u hier uw intrede hebt gedaan in uw nieuwe gemeente, u te helpen inluiden in uv/ nieuwe gemeente, en u hier als burgemeester van Oud-en Nieuw Gastel van harte welkom te heten. Mijnheer de burgemeester, er zijn hier enkele woorden gesproken over dat u een Zeeuw is en dat u nu burgemeester wordt van een Brabantse gemeente en aan is er misschien wel enige twijfel gerezen of dat nu eigenlijk wel, op den duur wel zou passen, en nu kan ik uit de aard der zaak de verga- doring en de gemeente van Oud-Gastel wel de verzekering geven, dat het waarachtig wel zal gaan. Wij, die in intiene kring, met u burgemeester hebben samengewerkt hebben ook een kijk gekregen op uw eigenschappen, karaktereigenschappen, en wij weten, dat u een buitengewoon aanpassings vermogen hebt. En buitendien, dat u door uw arbeid u ook laat leiden door een aangename geest van samenwerking en dat u altijd bezielt is met een zeker enthousiasme en een opgewekt karakter. Dat alles bijeengenomen mijnheer de burgemeester, ben ik overtuigd, dat uw werkzaamheid hier een zegenrijke arbeid kan zijn. Wanneer ik u feliciteeur met uw installatie hier, dat feliciteer ik eif/enlijk oog de gemeente Oud-Gastel. We hebben hier twee redenen om verheugd te zijn. Voor u, dat u deze benoeming hebt gekregen en dat u burgemeester van deze gemeente is geworden, maar ik geloof, dat er ook alle reden is om Oud-Gastel geluk te wensen met zo'n bur/emeesterIk ben overtuigd burgemeester, dat met al uw karaktereigen schappen waarover u beschikt, dat die tot een rijke zegen voor deze ge meente mogen zijn en ik hoop ook dat u daarbij Gods onmisbare zegen in rijke mate zult mogen ervaren en dat u een zegenrijke, met de gemeente Oud-Gastel een zegenrijke periode zal mogen tegemoet gaan." Antwoorden Burgemeester Andriessen. "Dames en heren, De waarnemend burgemeester heeft, voor u allen het woord kreeg, gevraagd of u het kort zou willen maken en u heeft zich voortref felijk hieraan gehouden. Ik zal dus hetzelfde toepassen en proberen het ook kort te maken in verband met de tijd. Toch is het wel noodzakelijk, dat ik op dit moment dank zeg aan allen, die hier het woord gevoerd hebben en mij geluk hebben gewenst met mijn benoeming tot burgemeester van Oud-en Nieuw Gastel. Ik heb in mijn inleiding tot uitdrukkinr gebracht, dames en heren, dat ik verheugd ben over deze be noeming en uiteraard nog steeds ben, hoewel het mij, vanzelfsprekend, na een elf jarige periode in Ovezande en ik kan v/el zeggen in Zeeland, wel wat hard viel om daar afscheid te nemen van al die zaken, die mij bezig hielden. Maar ondanks dat kom ik met blijheid en enthousiasme naar uw ge meente en voor de gelukwensen, welke u tot mij hebt willen richten ben ik u dus allen uitermate dankbaar. Wanneer ik nu achtereenvolgens in het kort de sprekers beantwoord, dan wil ik tot mijn voorganger, de heer Hof land zeggen, dat ik hem uitermate dankbaar ben voor de zeer vriendelijke woorden, die hij tot mij en mijn gezin heeft gericht en dat het houden van de gemeente, zoals hij gesteld heeft inderdaad ook mijn doel zal zijn. Ik zal proberen om inderdaa.d toegang te vinden tot allen, die in deze ge meente woonachtig zijn, zodat ik zodoende niet alleen de belangen van de gemeente en haar inwoners zal trachten te behartigen maar ook zal probe ren de harten van de inwoners te winnen. Ik hoop inderdaad, collega Hofland, dat het niet zo zal zijn, dat de don kere wolken, die op het ogenblik in het wereldgebeuren over ons heen gaan dat die nog donkerder zullen worden, maar ik hoop inderdaad die donker heid en die angstige berichten, die zo de ronde doen, dat die inderdaad zo zullen aflopen, dat er geen erg moeilijke zaken uit zullen voortkomen en dat wij in vrede en geluk de gemeente Oud-en Nieuw Gastel zullen kun nen besturen. Hartelijk dank. Dan, mijnheer Mes, het is wel uitermate moeilijk om u te beantwoorden op

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 88