5.
Hoewel ik mij reecis enigszins op de hoogte heb gesteld van de gang van
zaken in uw gemeente zal het u wel begrijpelijk voorkomen, dat het mij
niet mogelijk is g v/eost dit in de enkele bezoeken en de enkele dagen
die ik hier geweest ben alles te overzien en ik tengevolge daarvan ook
niet zal komen nex een programma inhoudende de toekomstplannen. Dit zou
zeker uit mijn mond we 1 wat te voorbarig klinken.
Gaarne wil ik van deze gelegenheid gebruik maken vast te stellen, dat
door mijn voorganger en u reeds veel in het belang vs.n de gemeente werd
gedaan. Vooral het wegennet moet voortreffelijk worden genoemd, en dit
moet tot grote voldoening strekken. Vanzelfsprekend zijn er wensen en dat
is ook goed. hen gemeente moet levend zijn en levend blijven en vooral in
deze tijd moet worden getracht de aanpassingen tc vinden welke met deze
o.ynamische tijd verband houden en dit kan plaatselijk geschieden hoewel het
naar mijn mening zaak is ten aanzien van deze aanpassing ook over de gren
zen van de eigen gemeente heen te zien en tezamen, dus ook op bestuurlijk
niveau de belangen van de gemeente en de streek te dienen, zodat het ge
heel een aleszins aanvaardbaar leefklimaat krijgt, waarbij, naar ik meen
niet geringe aandacht moet worden besteed aan het behouden van de arbeids
krachten in eigen gebied, hoewel het dezaak is bij de rijksoverheid in ver
band met de vaststelling van lonen, gemeenteclassificatie, enz.betrokken
dient te word.en, Anciere zaken zullen de aandacht vragen en hebben. En het
woningprobleem speelt ook in deze gemeente een rol. Het toekennen van bouw
volumen houdt hiermede nauw verband, hoewel met dankbaarheid moet worden
geconstateerd, dat het aan particulier initiatief niet ontbreekt, wat bou
wen betreft en dit is een gelukkig verschijnsel. De laatste regeringsmaat
regel t.a.v. de rijksgoedkeuringen heeft hier echter een rem gezet"hetgeen
uit zeker oogpunt b.zien, jammer moet worden genoemd. Scholenbouw, riole—
ringsplan en aanpassing uitbreidingsplan zijn za.ken, welke eveneens de aan
dacht zullen vragen. Het komt mij het beste voor mij met deze algemene lijnen
thans te bepalen,
U kunt er van overtuigd zijn, mijne heren, dat ik mij met al mijn krachten zal
geven aan de behartiging van deze belangen terwijl ik eveneens mij zal geven
aan datgene en aan cle geestelijke en sociale maat schappelijke ontwikkeling
dat de bevolking ten goede komt en dat ik op dit gebied gaarne met u zal
samenwerken.
Samenwerking op alle gebied is immers voor een goede behartiging der gemeen
telijke aangelegenheden bezien in de meest uitgebreide zin van het woord
van het allergrootste belang, Kom mij in deze samenwerking tegemoet en dan
ben ik er stellig van overtuigd, dat ik, evenals mijn voorganger, uw ver
trouwen zal kunnen winnen. Maar vooral doe ik een beroep op de beide wet
houders. Een goede verstandhouding in het college van burgemeester en wet
houders is immers voor de goede gang van zaken der gemeente van zeer groot
belang. Ik ben <ue mening toegedaan, dat het van de zijde van de wethouders
hieraan niet zal ontbreken, hetgeen ik vanzelfsprekend ook hoop en aan
mag nemen ten aanzien van uw raad. U zult me niet kwalijk nemen, mijne heren,
dat ik mij wend tot wethouder Vrolijk, die gedurende enkele maanden cle
functie van waarnemend burgemeester heeft vervuld. Mijnheer Vrolijk, ik heb
ae indruk, dat u ged.urende die tijd de belangen van de gemeente met ijver
en enthousiasme hebt gediend en hiervoor breng ik u de dank van de gemeente
over. Persoonlijk zeg ik u dank voor de gelukwensen en vriendelijke woorden
welke u zoeven tot mijn familie en mij hebt willen richten. U hebt in uw in
leiding gezegd, dat mijn benoeming in zeker oogpunt, in eerste instantie
althans, een teleurstelling betekende, omdat ik niet uit de streek kwam.
Ik kan me voorstellen, dat u als brabanders het waarschijnlijk wel prettig
had gevonden, dat u ook een brabander als burgemeester van uw gemeente had
gekregen. Ik vind het echter buitengewoon prettig, dat u er onmiddellijk
aan heeft vastgeknoopt, dat u toch wel vertrouwen in mij hebt als Zeeuw,
want ik moet u zeggen, o.at ik een geboren Zeeuw ben en dat Zeeland mij van
zelf zeer nauw aan het hart ligt.