3. U kent ze van ondervinding - ze liggen zowel op economisch terrein, als op sociaal en cultureel gebied, op het terrein van de jeugdzorg, do vrije- tijsbesteding en do sport, van de woningbouw, de industrie en de landbouw, van het onderwijs, enz. En nog op zoveel ander gebied zal de burgemeester zijn oordeel moeten vellen, zijn raad moeten geven, zijn beslissingen moeten nemen in het belang van de gemeente, in het belang van al zijn ingezetenen. Naarmate u in al deze zaken een beleid zult voeren, zal men u beoordelen. U weet, dat in onze tijd de mensen gauw met hun oordeel, hun kritiek klaar staan, het is niet gemakkelijk en onmogelijk om het iedereen naar de zin te maken. Het is echter zo, dat u in een gemeente komt met goede inwoners, hardwerkende mensen en waar (dit ook in tegenstelling met vroeger) geen werkloosheid en armoede is. Op deze basis is er alle reden tot samenwerking, want het is niet zo, dat er hier niets meer moet gebeuren, dat er geen arbeidsveld voor u meer is. Van uw voorganger is gezegd, dat hij een sociaal voelend mens was - wij weten dat u dit ook bent. Wij hebben echter ook een zeer vooruitstrevend, mens nodig en wij weten, dat u dit ook bent. En daarom geloven wij, dat uw be noeming tot burgemeester van Oud-en Nieuw Gastel een goede keuze is geweest. De wethouders, de gemeenteraad en het gemeentepersoneel beloven u daarom aller medewerking in al uw plannen, die u ongetwijfeld hebt gemaakt. Wij zeggen u vandaag - tijdens deze plechtige raadszitting - ons aller steun toe ornuin uw moeilijke, maar toch ook mooie taak, terzijde te staan. Vandaag wordt een mijlpaal gezet in onze geschiedenis. Vandaag beginnen we allen, onder aanvoering van onze nieuwe burgervader, een nieuwe periode en wij hebben vanmorgen in de kerk de Gever van alle Goeds gevraagd, dat deze nieuwe periode, van wie niemand weet hoe lang zij zal duren, ond.er Zijn onmisbare Zegen, vruchtbaar zal zijn voor heel onze gemeente, voor alle ingezetenen, tot voldoening van uzelf, van uw achtgenote en uw dochter Matty. Met de bed.e, dat God u moge bijstaan heb ik de eer u als burgemeester van Oud-en Nieuw Gastol te installeren en u de tekenen uwer waardigheid om te hangen. Hierna vraagt de waarnemend voorzitter of nog iemand het woord verlangt. De gemeentesekretaris geeft hiertoe het verlangen te kennen en richt zich met de volgende 'woorden tot de burgemeester. Op de eerste plaats wil ik u, namens het gezamenlijk gemeentepersoneel van harte welkom heten in ons midden en in aansluiting aan de woorden van onze loco-burgemeester wil ik ook gaarne namens het gemeentepersoneel ons aller medewerking toezeggen. Bij gelegenheid van de afscheidsvergadering in Ovezande, waar het college van burgemeester en wethouders is tegenwoordig geweest, hebben wij veel waarderende woorden over u mogen vernemen en wij zijn er van overtuigd, dat wij vol vertrouwen Ge toekomst tegemoet kunnen gaan. Gaarne zeg ik u ook mijn persoonlijke medewerking toe. Het zal u bekend zijn, dat ik na 2 jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereik. Ik spreek de hoop uit, dat wij de tijd die mij nog rest steeds in goede verstandhouding mogen samenwerken, zoals ook met uw voorganger het geval is geweest, in het belang van onze gemeente. Mag ik dan dit korte welkomstwoord, waarin ik nog gaarne uw vrouw en dochtertje betrek, besluiten met u toe te wensen, dat uw arbeid in deze gemeente, onder Gods beste Zegen, rijke vruchten moge afwerpen. Hierna houdt de nieuw benoemde burgemeester, de Edelachtbare heer Andries- sen de volgende toespraak: "Heren leden van de raad. Toen ik vanmorgen de reis aanvaardde naar Oud en Nieuw Gastel, waren de weersomstandigheden wel buitengewoon onprettig. Toen ik zo in de auto reed van Ovezande naar Oud-en Nieuw Gastel en de regen tegen de ruiten van de auto kletterde, dacht ik zo bij mezelf: zou dit nu een voorafschaduwing zijn van mijn benoeming, van mijn werkzaamheid in Oud-en Nieuw Gastel. Een beetje triest, een beetje somber.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 77