- 12 -
De heer Ernest vraagt of het waarschuwingsbord, dat zich op de Gastel-
sedijk Noord bevindt en d at de aanduiding bevat:
"kom 50 kmi' kan worden verplaatst naar een punt dat zich hiervoor beter
leent.
De voorzitter antwoordt, dat hij juist deze morgen bezoek heeft gehad
van een technisch-ambtenaar van de provinciale waterstaat, die op
dracht heeft gekregen, zowel voor Oud-Gastel als voor Stampersgat ev=n
nieuwe kom-rindeling voor te bereiden,zodat aan de door de heer Ernest
bedoelde aangelegenheid aandacht kan worden geschonken.
De heer Ernest vraagt of burgemeester en wethouders naar aanleiding
van een reeds eerder door hem gestelde vraag aandacht hebben besteed
op de door hem gedane suggestie om de naam "Gastelsedijk Noord" te
wijzigen in "Leestraat"
De voorzitter antwoordt, dat deze aangelegenheid de aandacht van burge
meester en wethouders heeft.
De heer van Rijsbergen merkt op, dat hij gaarne zijn dank betuigt^
aan de leden van de gemeenteraad voor ue betoonde belangstelling tij
dens zijn ziekte.
De voorzitter feliciteert de heer van Rijsbergen met zijn herstel en
stelt hem in het vooruitzicht een attentie in de vorm van een fruit
schaal, waartoe de raad reeds eerder besloten heeft.
De heer Koevoets wijst er op, dat hot niet meer geoorloofd is, dat
de kinderen met hun rijwielen op het schoolterrein komen, zodat moei
lijkheden ondervonden worden om de rijwielen ergens behoorlijk geplaatst
te krijgen. Spreker geeft burgemeester en wethouders in overweging
met het schoolbestuur kontakt op te nemen, ten einde in deze een op
lossing te verkrijgen.
De heer Roosendaal wijst, wat hij reeds eerder heeft gedaan, op de
gevaarlijke toestand bij het uitgaan van de r.k.meisjesschool.
Spreker vraagt zich af of het geen aanbeveling verdient pogingen
aan te wenden om aan de Dreefzijde een in en uitgang te verkrijgen.
De voorzitter antwoordt, dat hij in deze kontakt met de groeps
commandant van de rijkspolitie zal opnemen.
De heer C.Jansen brengt onder de aandacht, dat dezer dagen een paar
aan de Emmastraat gebouwde woningen zijn betrokken, die niet van
licht en waterleiding waren voorzien, terwijl ook de riolering ter
plaatse niet functionneert..
De voorzitter antwoordt, dat hem deze omstandigheden niet bekend
zijn, doch dat hij zal nagaan wat hiervan de reden is.
De heer L.Jansen wijst op de onprettige situatie die ontstaan is
ter gelegenheid van de viering van Koninginnedag ten gevolge van het
uitblijven van de Militaire Kapel uit Breda, wat het gevolg heeft
gehad, dat een groot aantal personen lange tijd tevergeefs heeft
staan wachten, wat ontstemming heeft verwekt en waarvan de schuld aan
het adres van het gemeentebestuur is gekomen, evenals het feit, dat
met de optredende muziek- en zanggezelschappen op het Marktplein
hinder van elkaar heeft ondervonden.
De voorzitter antwoordt, dat de schuld in deze niet bij het gemeen
tebestuur ligt, doch bij het Oranje Comité. Het is ongetwijfeld te
betreurendat gemelde feiten zich hebben voorgedaan.
Aangezien verder niets meer te behandelen is en geen der leden het
woord meer verlangt, sluit de voorzitter de vergadering met de
christelijke groet.
de voorzitter,
De raad voornoemd,