6. Dat "Ieder zorgt maar voor zichzelf", dat geldt ook nog voor een heel belangrijk gedeelte voor de gemeenten. Er zijn nog heel wat gemeenten die inderdaad zich voorstellen, dat zij het zelf allemaal kunnen en die in eigen gemeente hard werken, maar niet over de grenzen van de gemeen te willen gaan en die beweren, dat alle mogelijke maatregelen in eigen gebied, in eigen gemeente, in eigen territorium plaats kunnen hebben. Ik geloof, dames en heren, dat die tijd voorbij is. Ik geloof, dat er zoveel omstandigheden zijn, dat er zoveel zaken moeten gebeuren, die niet individueel door één gemeente kunnen worden aangepakt, tenzij omdat zij geen apparaten hebben, tenzij omdat hot tekostbaar is, tenzij omdat zij het geval niet aankunnen, dat deze moeten gebeuren in samenwerking met andere gemeenten. Wij zullen er dus in de toekomst naar toemoeten, dat wij grotere eenheden naar voren brengen en dat deze eenheden in be— langrijke mate de verzorging op zich nemen van een belangrijk deel van ons Brabant. Mijnheer de Voorzitter, daar zijt gij, dat heb ik al jaren gemerkt, een gr .t voorstander van en daarom ben ik naar hier gekomen om u daar eens voor te bedanken. Ik weet dit uit ervaring en dan denk ik maar eens aan de waterleidingoen orgaan dat uitstekend werkt, dat belangrijk en mooi werk in het west—brabautse doel gedaan heeft. Ge zijt er een grote voor stander van geweestdat in elke gemeente elk perceel van drinkwater werd voorzien. Vorige week nog hebben we gezorgd, dat ook hier in Oud- Gastel de laatste percelen aan het drinkwaterleidingnet konden aanslui ten en dat is uw werk. En ik wil dit hier wel even vastleggen, want er zijn zoveel mensen, die er niet bij stil staan, die er niet aan denken, wat een burgemeester - en zeker deze burgemeester - gedaan heeft om al zijn mensen te voorzien van goed drinkwater. Allereerst in het belang van de volksgezondheid, maar ook in het belang van heel veel land- en tuinbouwbedrijven. Ge hebt dit gedaan met een vasthoudendheid, wel ik zou haast zeggen met de vuist op tafel". Ge hebt geprobeerd voor ge de gemeente gin; verlaten, te zorgen, dat, wat ge u voorstelde, dat wat 2e graag zoudt willen geven aan uw eigen mensen, ook verwezenlijkt werd. En vergeet niet, dat er no heel wat gemeenten zijn, waar nog veel onrendabele percelen aanwezig zijn. Dan op do tweede plaats de onderlinge verstandhouding met uw kollega's, daar heeft mijn kollega van Eikhuizen al op gewezen, ik doe dat dan nog' eens. Ik kan niet anders zeggen, dan dat de wijze waarop ge het op uw eigen manier hebt gedaan, in vriendschap, waarop ge het hebt gedaan met een Brabantse lach grotere voordelen oplevert, d an dat men het doet op een wij„e die afstoot. Wij hebben altijd gemakkelijk gezegd - en nou zeg ik het maar eens heel familiair "Gun dat Hein nou maar eens". De tweede repeling waarbij de gemeenten samenwerken ligt op een heel ander terrein. Het is de B.B. en in die B.B., ofschoon die toch e en heel moei* lijke organisatie was, hebt ge in het dagelijks bestuur een belangrijke plaats ingenomen en voor ons een waardeerbare rol gespeeld. Ook daarvoor breng ik u oij aeze mijn welgemeende dank en ik zeg nogmaals: "Hein, ik vind het verschrikkelijk jammer, dat ge niet onder de bepalingen valt van de pastoor van Stampersgat en dat wij niet met een club kunnen zeggen, deze man is nog zo vitaal, laat die nog eens enkele jaren zitten, die kan nog heel belangrijk werk voor Oud-en Nieuw Gastel doen. Het mag nou een maal niet zo. Het is een fatale termijn en wij moeten ons er in schikken. Over een paar maanden sta ik er ook zo voor. Wij moeten maar denken, wij trekken A.O.W. Wij gaan er niet onder door hé, wij verliezen er ons humeur niet onder. Ik hoop alleen, dat ge nog heel veel jaren met uw vrouw en uw prachtig gezin in goede gezondheid moogt terugdenken aan al hetgeen ge, en daar ben ik diep van overtuigd, met ernst en met veel zorg hebt gedaan voor de mensen, waarover ge burgemeester speelde en ik hoop dat ge de zegen van Hem, van wie wij allen afhankelijk zijn krijgt. Ik hoop, dat het je in de toekomst met je gezin goed mag gaan. Hein, het allerbeste hoor.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 39