5. Maar u hebt toch zeer goed het noodzakelijke gezien, zodat wij op het ogen blik onze scholen heel gemakkelijk kunnen inrichten. Ik dank u voor het feit, dat u zo dikwijls aanwezig zijt geweest bij feestelijke en ook wel minder prettige gelegenheden te Stampersgat. Ik herinner mij terloops een van die onaangename dingen die wij moesten uitvoeren. Zo moesten wij b.v. in de oorlog bij iemand gaan zeggen dat er een jongen gesneuveld was uit Stampersgat, maar wij wisten niet goed hoe aan te vangen. Als wij samen bij die mensen aankwamen zouden ze zich doodschrikken en zouden ze al wel weten wat er gaande was. Toen is de burgemeester eerst binnengegaan en een beetje later de pastoor. En toen zei vader Nagtzaam: "Wij weten wel wat er gaande is, onze Kees is gesneuveld." Dat zijn van die omstandig heden, die ge nooit vergeet. Ik dank u voor alles wat u voor Stampersgat hobt gedaan, voor uw belang stelling, uw medeleven, voor het vele goede, dat onder uw beleid voor Stampersgat is tot stand gekomen. Ik hoop, dat het u gegeven moge worden, u die thans nog zo vitaal zijt, een rustige oude dag - het klinkt zo raar hé - tegemoet moogt gaan en dat ge in de toekomst uw vrouw en uw buitengewoon prachtig gezin verder moogt brengen. Mr. A.J.M. Eikhuizen, burgemeester van Halsteren. "Waarde kollega. Ik zal het kort maken. Ik spreek dus namens alle kollegae, maar in het bijzonder namens de kollegae van de kring van het Markiezaat. En ik ben u dankbaardat u deze kring reeds in uw afscheidswoord hebt geïntrodu ceerd bij degenen die het bestaan daarvan nog niet kenden. Waarde Kollega, ik geloof, dat ons kollege een woord van dank past voor hetgeen u in onze kring betekende, want u was daar altijd. Ik geloof, als wij dat zouden moeten nagaan, dat u het meest van ons allen de kringver gaderingen bezocht, en u was daar niet allen zó maar, want u nam daar bijzonder deel aan de discussies. Er was geen vergadering of de heer Hof land had het zijne op zijn eigen manier gezegd en als ik op deze eigen ma nier een beetje de nadruk mag leggen waarde collega, dan wil ik ook spe ciaal memoreren dat wij u dankbaar zijn voor de voortdurend van jou uit stralende levensblijheid. En ik geloof, hoe wel u op het ogenblik dus met pensioen gaat, niet van jou gezegd kan worden, dat je je tijd niet ver stond. Want wanneer het b.v. ging over de speciale eigentijdse problemen in onze kring,over de samenwerking dus buiten de gemeentegrenzen - je hebt dit zelf ook in je inleiding gezegd - vond het gewest bij jou in zijn onderwerpen altijd een zeer sterke ondersteuning en een zeer sterke ver- dediger Waarde kollega, je hebt nog in je inleiding een ogenblik gesproken over de vriendschap en je hoopte dat die bleef bestaan. Ik zou je vriendschap eigenlijk willen vergelijken met een Indisch gezegde, dat zegt: een rivier die begint zo maar kalmpjes aan in het begin, en zo is het met het kon- takt tussen de mensen onderling ook vaak, maar op een gegeven moment, wanneer het een echte rivier gaat worden, wanneer hij echt gaat stromen, dan gaat hij niet meer terug, zo is het ook met de vriendschap. Ik geloof, al ga je er nou uit, onze vriendschap en de vriendschap van al je kollegae voor jou, die blijft. Ik wens jou en je gezin vele jaren in gezondheid en dat je iets te vin den vindt waar je geest en je hart in herleeft." De Edelachtb. Heer F.A.J. van Pers, burgemeester van Oosterhout. Waarde kollega, Mevrouw Hofland, geachte familie, dames en heren. Uit uw interessante rede, die u straks ten afscheid gehouden hebt heb ik beluisterd, dat vroeger ieder maar zo'n beetje voor zichzelf moest zorgen en dat dit in belangrijke mate door het werk van de laatste jaren ook hier verbeterd is.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 38