- 4 - 5. het r.k. kerkbestuur,voornoemd, zal het aan haar,ingevolge het sub 4 bepaalde in gebruik gegeven gedeelte van het gebouw,op zijn kos ten en geheel ten genoege van de gemeente onderhouden. De heer Vissenberg vraagt of het gemeentebestuur zich ervan overtuigd heeft hoe de gebouwen eruit zien en wijst erop, dat, indien de school zou worden afgekeurd dit een strop voor de gemeente zou betekenen. De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders zich geen enkele zorg maken, dat de gebouwen zouden worden afgekeurd, en wijst er op, dat burgemeester en wethouders bij het vaststellen van hun voor stel zich hebben laten leiden door de gedachte, dat de samenvoeging van de scholen van zeer groot belang is voor de jeugd van Stampersgat. De heer Vissenberg merkt vervolgens op, dat hij de samenvoeging van de scholen ook als een parochie-belang ziet, maar hiertegenover staat, dat de gemeente in deze geen risico's mag nemen. Nadat de voorzitter nog heeft opgemerkt, dat de gebouwen door een deskundige zijn bekeken, wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkom stig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. Vaststelling 7. nieuwe sub sidierege ling muziek en zangge zelschappen. Vaststelling van een nieuwe subsidieregeling muziek- en zanggezel schappen (prae-advies no. 61-22), De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders voorstel len over te gaan tot vaststelling van de bij bovenvermeld prae-ad- vies gevoegde ontwerp-verordening, regelende de toekenning van ge meentelijke subsidies aan muziek- en zanggezelschappen in deze ge meente. De heer Ernest spreekt er zijn voldoening over uit, dat de nieuwe regeling in vele gevallen een verhoging van het subsidie in het vooruitzicht stelt. Spreker wijst er vervolgens op, dat de bepaling, voorkomende in artikel 3 onder d met name, dat het gezelschap of de vereniging aangesloten moet zijn bij een landelijke, provinciale of gewestelijke erkende organisatie op het gebied van de beoefende mu ziek of zang, naar zijn mening zodanig gesteld behoort te worden, dat burgemeester en wethouders de bevoegdheid hebben hiervan in bijzondere gevallen af te wijken. De voorzitter antwoordt, dat, ofschoon hij in het algemeen geen voorstander is om een verplichting als hierbedoeld op te leggen er in dit geval naar zijn mening op grond van financiële overwegingen geen termen aanwezig zijn de opgenomen verplichting te laten verval len. Spreker geeft in overweging de bepaling te handhavendaar,in dien de noodzaak zou blijken, nog altijd tot wijziging van de ver ordening kan worden overgegaan. De heer Koevoets merkt op, dat naar zijn mening de betreffende bepaling behoort te vervallen. Hierna houdt de heer Koevoets een uitvoerig betoog,waaruit blijkt dat de ontwerp-verordening voor hem onaanvaardbaar is, daar de rege ling veel te groots is opgezet en mogelijk goed is voor een stad, die beschikt over een groot aantal verenigingen en gezelschappen. Na een vergelijking te hebben gemaakt met in omliggende plaatsen geldende subsidie-regelingen, waar de muziekverenigingen belangrijk hogere bedragen ontvangen dan hier het geval is met name in Stand- daarbuiten, Oudenbosch en Kruisland en na erop te hebben gewezen dat een vereniging als "Con Amore" er al heel slecht afkomt en dat het vreemd aandoet dat de Harmonie "St Cecilia" te Stampersgat een subsidie zou gaan genieten van 1.200,en Gasteis Fanfare slechts een bedrag zal ontvangen van 600,terwijl het toch zó is, dat laatstgemelde vereniging ook op financieel gebied zich veel meer inspanning moet getroosten dan de Stampersgatse vereniging,stelt spreker voor dit punt van de agenda af te voeren,ten einde burge meester en wethouders in de gelegenheid te stellen zich nader over de subsidie-regeling te beraden. - Wethouder Vrolijk -

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 17