Beschikbaar
stelling
krediet ver-
Betering
gemeentewo-
ning Ouden
dijk" 34.
Verhoging
presentie
gelden
14. Beschikbaarstelling van een krediet voor de verbetering van een
gemeentewoning (prae-advies nr. 61.133)
De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders voorstellen
voor het aanbrengen van noodzakèlijke verbeteringen aan de woning Ouden
dijk 34, die door de gemeente is aangekocht, een krediet beschikbaar te
stellen van 1.422, 43*
De heer AKKERMANS merkt op, dat hij graag antwoord zal ontvangen op de
vraag of het verantwoord is, een dit huisje een dergelijk bedrag te be
steden.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouder^ van oordeej.
zijn, dat na het aanbrengen van de noodzakelijke verbeteringen, deze wo
ning nog een aantal jaren voor bewoning geschikt is.
De heer ROOSENDAAL vraagt of, indien thans een onderzoek zou worden in
gesteld naar de gesteldheid van deze woning, deze voor onbewoonbaarverkla
ring in aanmerking zou komen.
De voorzitter antwoordt, dat het inderdaad niet uitgesloten is, dat tot
onbewoonbaarverklaring zou worden geadviseerd.
De heer ROOSEND.JIL vraagt zich af of het wel verantwoord is een bedrag
van ruim 1.400,-- aan hetehuisje te besteden.
De voorzitter antwoordt, dat rekening houdende met alle omstandigheden
die zich thans voordoen het naar zijn oordeel volkomen verantwoord is
deze investering te doen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
15. Verhoging van het presentiegeld voor het bijwonen van de vergade
ringen van de gemeenteraad, (prae-advies nr. 61.135)
De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders termen aan
wezig achten aan het college van gedeputeerde staten te verzoeken het
presentiegeld voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad
met 2,.-- te verhogen en nader vast te stellen op 10,- per presentie.
De heer AKKERMANS merkt op, dat hij zich niet met het voorstel van bur
gemeester en wethouders kan verenigen. Het motiefdat in het prae-advies
naar voren wordt gebracht, dat ook in omliggende gemeenten het presen
tiegeld is verhoogd, acht spreker niet ter zake dienende. Voorts brengt^
spreker onder de aandacht, dat voorkomen moetvworden, dat de liefhebberij
voor het raadslidmaatschap zou toenemen op financiële overwegingen.
Spreker stelt voor het presentiegeld van 8,per presentie te handhaven.
De voorzitter zegt waardering te hebben voor het standpunt dat de heer
Akkermans in dege inneemt, doch wijst er op, dat het naar zijn mening rede
lijk is, dat tengevolge van de loonsverhogingen, die de laatste tijd heb
ben plaats gehad, het presentiegeld enigszins wordt opgetrokken.
Hierbij komt nog, dat de prijzen voor vakliteratuur ook steeds oplopen,
zodat ook met deze omstandigheid rekening is te houden. Spreker merkt
voorts nog op, dat, ofschoon de vergaderingen van de gemeenteraad in deze
gemeente in de avonduren gehouden worden het naar zijn oordeel wel ver
antwoord is het presentiegeld van 8,-- tot 10,-- per vergadering te
verhogen.
De heer VAN DONGEN wijst er op, dat hij het niet met de opvatting van^de
heer Akkermans eens is, dat er geen termen aanwezig zijn om het presentie
geld te verhogen en dat het naar zijn mening niet juist is te stellen, dat
het vervullen van het raadslidmaatschap uitsluitend moet worden gezien
als een funktie die op ideële gronden vervuld wordt. Indien deze opvat
ting de juiste zou zijn, dan is er voor het toekennen van enig presentie
geld geen plaats. Nu het raadslid het openbaar belang dient ishet naar
sprekers mening billijk, dat een vergoeding wordt toegekend, die in even
redigheid is met de tijd, die beschikbaar wordt gesteld, ook indien deze
tijd in de avonduren 'valt.
Hierna wordt met algemene stemmen overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders besloten aan het college van gedeputeerde staten
dezer provincie be verzoeken het presentiegeld voor het bijwonen van de
vergaderingen van de gemeenteraad, met ingang van 1 januari 1962 vast