10. De "voorzitter antwoordt, dat, ook al zou de betreffende firma zich hier toe bereid verklaren het niet mogelijk is om zonder meer tot dichting van dit haventje over te gaan. Hierna merkt de heer VISSENBERG op, dat vroeger het standpunt is inge nomen, dat, indien in de rivier"de Mark" baggerwerkzaamheden worden uitge voerd, nagegaan zal worden of tot demping kan worden overgegaan. Aange zien het nog lang kan duren voor het zo ver is, verdient het naar sprekers mening aanbeveling te onderzoeken of de aannemer in kwestie over voldoen de grond beschikt om het haventje te dempen. De voorzitter antwoordt, dat het instellen van een onderzoek of de moge lijkheid tot demping aanwezig is naar zijn oordeel gewenst is. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt voorts zonder hoofdelijke stemming besloten een krediet van 7•500»-- beschik baar te stellen voor het afdekken en egaliseren van de vuilnisbelt, gelegen op Kaas- en Brood, die is volgestort. Instelling 20. Instellen van verboden plaatsen van rijwielen.(prae-advies nr.61.125) verboden De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders voorstellen te plaatsen van besluiten om in het belang van de veiligheid van het verkeer en de veilig- rijwielen. heid op de wegen de maatregel te treffen, bedoeld in artikel 4» 1e lid, sub 1, van het wegenverkeersreglement met name het instellen van een ver bod plaatsen van rijwielen voor: a. het verhoogde voetpad langs de westzijde van de binnen de bebouwde kom "Oud-Gastel" gelegen, bij de gemeente in beheer zijnde gemeente weg Markt, op werkdagen van 10.00 tot 24»00 uur en op zondagen van 14.00 tot 24.00 uur; b. het verhoogde voetpad langs de noordzijde van de binnen de bebouwde kom "Oud-Gastel" gelegen bij de gemeente in beheer zijnde gemeenteweg Meirstraat vanaf de aansluiting van die weg aan de Rijpersweg tot aan de zuid-oosthoek van het perceel kadastraal bekend gemeente Oud- en Nieuw Gastel, sektie D. nr. 2959 (pand Meirstraat nr.7) op zaterdag en zondag van 1".00 tot 24.00 uur. Spreker vestigt er voorts de aandacht op, dat het naar zijn mening aan beveling verdient de maatregel uit te breiden voor wat betreft een ge deelte van de Kerkstraat, waar zich op dit gebied ook moeilijkheden voor doen en verklaart er prijs op te stellen hieromtrent de mening van de raad te mogen vernemen. De heer VISSENBERG verklaart van mening te zijn, dat de voorgestelde maatregelen te ingrijpend zijn voor de café-houders, die hiervan onge twijfeld veel schade zullen ondervinden. Met het opleggen van een verbod om hoogstens 5 rijwielen naast elkaar te mogen plaatsen, verklaart spre ker akkoord te gaan. Verder is spreker van mening, dat er alles voor te zeggen valt om het verbod uit te breiden met gedeelten van de Kerkstraat. De voorzitter antwoordt, dat het op grond van de wegenverkeerswet niet mogelijk is de maatregel te treffen, die door de heer Vissenberg bedoeld wordt met betrekking tot het plaatsen van hoogstens drie rijwielen naast elkaar. Dit zou wel het geval zijn, indien bij politie-verordening deze materie geregeld zou kunnen worden, doch dit is nu de wet hierin voorziet nu eenmaal niet mogelijk. De heer VISSENBERG vraagt of het niet mogelijk is door middel van witte strepen aan te geven hoever bij de betreffende cafés rijwielen geplaatst mogen worden. De voorzitter antwoordt, dat het treffen van een zodanige maatregel op grond van de wegenverkeerswet niet mogelijk is. De heer ERNEST merkt op, dat het in deze gaat over de vraag wat het zwaarst weegt, n.l. dat de voetgangers gevaar lopen dan wel dat de be staande toestand met betrekking tot het plaatsen van rijwielen gehandhaafd dient te worden. De voorzitter wijst er op, dat deze aangelegenheid uit de raad is voort gekomen en dat op grond hiervan door burgemeester en wethouders is nagegaan welke maatregelen mogelijk zijn en dat de konklusie is, dat alleen op grond van de wegenverkeerswet tegen het euvel van het plaatsen van rijwielen op het trottoir ter plaatse waar dit voor het voetgangersverkeer hinderlijk is, kan worden opgetreden.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 125