- 5
Toespraak Hierna houdt de voorzitter de volgende toespraak:
voorzitter.
1Dames en Heren,
Het is mij een buitengewoon genoegen op deze Jubileumdag van Hare
Majesteit Koningin Juliana, in deze plechtige zitting van de Gemeente
raad, uiting te mogen geven aan mijn gevoelens van dankbaarheid jegens
Hare Majesteit, wegens de wijze waarop Zij in de l21/2 jaren van haar
regering ons dierbaar Vaderland heeft bestuurd.
In alle dagbladen en tijdschriften en zo juist nog door Broeder
Theophile, is op uitzonderlijke wijze uiting gegeven aan gevoelens
van eerbied, aanhankelijkheid en trouw jegens onze koningin, dat ik
niet zal trachten dit nog aan te vullen.
Ik wil volstaan met namens U allen en de gehele bevolking van deze
gemeente uiting te geven aan onze gevoelens van dankbaarheid neergelegd
in de onthulling van dit portret dat in de lengte van jaren daarvan een
getuigenis zal afleggen, en op de dag van haar regeringsjubileum Haar
geluk te wensen en de hoop uit te spreken dat God nog vele jaren van
geluk, voorspoed en vrede moge geven voor Haar, haar gezin en voor het
Nederlandse Volk.
Vevolgens dank ik hen die er voor hebben gezorgd dat op deze feestdag
een portret van de Koningin in deze Raad zaal kan worden onthuld.
Dankbaar ben ik Harer Majesteits moeder, Prinses Wilhelmina die mij,
nu meer dan 26 jaren geleden waardig bevond om tot burgemeester benoemd
te worden, een ambt dat ik steeds heb beschouwd als te zijn dat van
directe dienaar van de Kroon, met speciale bevoegdheden weliswaar, maar
meer nog met bijzondere verantwoordelijkheid.
Ik voel mij dan ook bijzonder gelukkig dat d e herdenking van het
121/2 jarig regeringsjubileum van Koningin Juliana nog tijdens mijn ambts
periode gepaard kan gaan met de onthulling van Haar Portret en dat mijn
aanstaand vertrek mede aanleiding is geweest tot de vervaardiging daar
van, en mij de gelegenheid geboden wordt hier in de Raad zaal van de
gemeente waar ik 21 jaren gewerkt heb te mogen achterlaten mede als
aandenken aan mijn ambtsperiode.
Naar mijn mening behoort in de raad zaal van elk gemeentehuis een
goed portret van d e Koningin aanwezig te zijn, want in de vergaderingen
van o.e gemeenteraad vinden nagenoeg alle wetten des Lands toepassing
bij de besluiten die door de Raad worden genomen.
De Voorzitter—Burgemeesterdie geroepen is de wet te handhaven, zal,
wanneer hij de beeltenis van zijn Koningin voor zich ziet er des te meer
voor te waken, dat de wetten die Haar handtekening dragen niet geschon
den worden.
Toen ik dan ook na de watersnood van 1953 alom in de getroffen gebie
den, mede tengevolge van ontvangen giften en uitkeringen, geschilderde
portretten van de Koningin in de raad zalen zag onthullen was ik wel
enigszins jaloers dat wij ook niet over dergelijke middelen beschikten
die voor dit doel konden worden aangewend.
^Toen echter het einde van mijn ambtsperiode in zicht kwam, en we een
nieuw raadhuis gingen betrekken, heb ik de wens kenbaar genaakt, voor
mijn afscheid nog een beeltenis van de Koningin in de Raad zaal te mo
gen zien.
Mijn zoo"". V/im, die de eerste stappen in de voetsporen van zijn vader
reeds gezet heeft op het pad der gemeente—administratie knoopte dit
verlangen in zijn oren en besprak het met het monumentencomité.
Onder leiding van dit comité werd een tentoonstelling van oudheden
uit Oud—Gastel en Stampersgat opgezet, om de nodige gelden te verwerven.
Ik zou tekort schieten wanneer ik hier niet een woord van hulde bracht
aan de stoere werkers voor deze goed geslaagde actie de heren A.Buijs,
Wim Hofland, Piet van Merrienboer, Frans van Nispen en W.de Jong.
Deze tentoonstelling bracht een mooie bijdrage op en werd nog aange
vuld door het monumenten-comité. Daarvoor mijn hartelijke dank.
- Groter dank -