4.
In uw vrije tijd hebben verschillende verenigingen u weten te benaderen
om hun op de een of andere manier dienstbaar te zijn. Zo heeft hier de
pastoor van Oud-Gastel reeds gezegd, dat gij enige jaren geleden benoemd
zijt tot penningmeester van de parochie van de H.Laurentius. Tot zorg
zaam penningmeester, ze weten nog goed wat ze doen ook. Maar bovendien
ge zijt toch ook voorzitter van het Wit-Gele Kruis en in die kwaliteit
geeft ge u voortdurend en opnieuw en met grote toewijding aan de belan
gen van het Wit—Gele Kruis. En ook, als ik me niet vergis, staat ge
zelfs enigszins in betrekking met de z.g. Wipclub en daar vervult u
ook een functie, ik zou bijna zeggen, als "remmer in vaste dienst".
Ik geloof wel, dat de toehoorders dit zullen begrijpen, dit "remmer in
vaste dienst" werd vroeger altijd gebruikt in de vastendispensatie
Sekretaris, men heeft u bejubeld en dat is niet zonder reden. De kroon
van toewijding en van buitengewone zorgzaamheid is vandaag niet ten on
rechte op uw hoofd geplaatst. Maar ik zou zeggen, er is nog een veel
mooiere kroon en dat is deze, gij bent een voorbeeld geweest voor de men
sen in uw naaste omgeving die met u samenwerken maar ook als mens, als
christenmens zijt ge voor heel de gemeente Oud—Gastel en ook voor Stampers
gat, een voorbeeldig man geweest. Een voorbeeldig huisvader en onkreuk
baar echtgenoot. In de schaduw van de kerk is een voorbeeldig huisgezin
opgegroeid in eenvoud en degelijkheid, in echte burgerzin en diep geloof
en godsdienstzin. "Fidem servavi", "Ik heb het geloof bewaard". Voor
u zelf niet alleen, maar vooral voor uw gezin. En me dunkt, dat dit
ook een mooie kroon is, die we vandaag bij dit jubileum u kunnen aanbie
den. Ik heb gezegd."
Weleerw. Heer Ds. B.G. Te Winkel.
Mag ik dan nog wat zeggen, mijnheer de burgemeesterm hoewel ik geschreven
heb, dat ik het woord niet zou voeren. Dat heb ik niet gedaan omdat er
niets te zeggen is, mijnheer van Mechelen, maar omdat ik dacht, dat het
in uw geest was, als er niet teveel gezegd, zou worden. Nouw word ik
echter door mijn beide voorgangers misschien gedwongen, omdat men niet
zou denken, dat u voor een bepaald deel van de bevolking oen 'oede
sekretaris bent geweest en voor een ander deel, een kleine minderheid
dan ook, niet. Ik geloof, dat ik moet zeggen, dat dat juist in geen
geval zo is. Ik zou een lijstje kunnen geven, misschien een waslijst,
van punten, waarin u bewezen hebt hoe strikt eerlijk en met hoeveel
liefde en begrip u juist de belangen ook van het protestantse deel hebt
behartigd. Ik zal dat niet doen, maar ik denk bijvoorbeeld aan het luiden
van de klok, wat in heel veel plaatsen geen probleem is, maar behoort
tot de dingen die nu eenmaal zo geregeld zijn, onze begrafenissen zijn
anders geregeld dan in de Rooms-Katholieke kerk en dat u hie rvoor
gezorgd hebt dat hier een definitieve regeling is gekomen.
Ik denk ook aan de wijze, waarop bijdragen voor maatschappelijk werk en
gezinsverzorging verzorgd zijn door u en du keren, dat ik, wanneer het
ging om bijdragen voor de gemeente nooit tevergeefs bij u heb aangeklopt
en ook mijn diaconie hier in de gemeente niet. Ik zie, dat ik al bezig ben
met mijn waslijst, ik zal hem niet langer maken, hoewel nog veel meer ge
zegd zou kunnen worden. Ik wil alleen dus nog graag namens de Hervormde
Gemeente, mijnheer van Mechelen, u van harte gelukwensen met dit jubi
leum van u.
De Heer N. Olijslagers, opperwachtmeester, wnd. groepscommandant der
Rijkspolitie
Burgemeester, sekretaris, mevrouw.
Als waarnemend groepscommandant voel ik het tot mijn plicht om de sekre
taris te danken voor de vele woorden van dank die hij gericht heeft aan
de voormalip;e veldwachters en de leden van het korps Rijkspolitie.