2. 49. De Heer C.E. Muller, bouwkundig opzichter; 50. De Heer A. Delahaye, streekarchivaris; 51. De Heer A. van den Broek, voorman; 52. De Heer A. Wagemakers, gemeentewerkman; 53. De Heer Jac, Hagenaars, gemeentewerkman; 54. De Heer A.W. Wagenmakers, gemeentewerkman; 55. De Heer J.B. Rijsdijk, gemeentewerkman; 56. De Heer M. Broos, gemeentewerkman; 57. De Heer J. de Rooij, gemeentewerkman; 58. De Heer A.P, Takx, gemeentewerkman; 59. De Heer A. Broos, gemeentewerkman; De leiding van deze bijeenkomst berust bij burgemeester Andriessen, die de volgende inleiding houdt. Dames en heren, Nu de buitengewone raadsvergadering is gesloten mag ik u allen wel harte lijk dankzeggen voor het aanvaarden van de uitnodiging om deze vergadering bij te wonen. Wij hebben het bijzonder gewaardeerd, dat u in zo'n grote getale naar hier bent gekomen om getuige te zijn van de huldiging van do gemeentesekrotaris. Ik wil, als hoofd van de plaatselijke politie, do ge legenheid niet laten voorbij gaan, de sekretaris heeft het zo juist even aangeroerd om het plotseling verscheiden van Adjudant Vroklage te her denken. Gaarne wil ik vanaf deze plaats dank brengen voor de wijze, waarop wijlen de heer Vroklage het korps van de Rijkspolitie in deze gemeente heeft vertegenwoordigd en ik spreek met u de wens uit, dat hij moge rusten in vrede. Hierna wordt overgegaan tot het houden van een korte pauze voor het ser veren van een kop koffie. Na de pauze geeft de burgemeester gelegenheid de jubilaris toe te spreken Achtereenvolgens worden de volgende toespraken gehouden. 1. De Edelachtbare Heer H.J.M. Hofland, oud-burgemeester. "Gaarne heb ik gevolg gegeven aan uw vriendelijke uitnodiging om tegenwoor dig te zijn in deze buitengewone vergadering van de gemeenteraad, temeer omdat hierin de huldiging plaats heeft van uw sekretaris met diens 40- jarig ambtsjubileum. Ik dank u daarvoor ten zeerste. Geachte jubilaris, in verschillende toonaarden is reeds door onderscheidene personen tot uiting prebracht op welk een voortreffelijke wijze u, geachte jubilaris, in deze periode uw ambt van gemeentesekretaris en ambtenaar van de burpjerlijke stand hebt vervuld. En bij mijn afsoheid op 29 april j.l. heb ik dat ook al mogen doen, toen ik u, mede om deze uitzonderlijke wijze van plichtsvervulling, gedurende 40 jaren, het Ridderkruis verbonden aan de Orde van Oranje—Nassau op de borst he b mogen spelden, zodat ik slechts in herhalingen zou vallen, indien ik zou trachten dit hier en op dit ogenblik nog eens te doen. Ik wil mij daarom beperken, tot een zeer harte lijke gelukwens aan uw adres bij gelegenheid van de herdenking van dit jubileum, dat zich bij u heeft gekenmerkt als te staan in een teken van dienstbaarheid jegens de gehele bevolking van Oud—en Nieuw Gastel en in het teken van vriendschap jegens hen, die met u samenwerken. Ik wens u toe, dat ge niet alleen van ons mensen erkentelijkheid ontvangt, maar dat vooral de Goede God u moge belonen door een goede gezondheid, opdat u nog vele jaren voor uw gezin behouden moogt blijven. Nog pas zagen wij hoe broos het leven kan zijn. Vanzelfsprekend wil ik gaarne mede namens mijn vrouw en kinderen, mevrouw van Mechelen en uw kinderen in deze feli citatie betrekken. Tot slot wil ik u nog hartelijk danken voor de per soonlijke vriendschap, die in al die jaren van onze samenwerking heeft bestaan.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1961 | | pagina 100