- 8 -
Hierna merkt de voorzitter op, dat hij deze middag bezoek heeft ge
had van een opperwachtmeester van de rijkspolitie te water, die heeft
medegedeeld, dat in de rivier "de Mark" in het bijzonder ter plaatse
waar de pulploods van de coöperatieve beetwortelsuikerfabriekis gele
gen een voor de scheepvaart zeer gevaarlijke toestand bestaat,daar de
schepen ter plaatse naast elkaar een plaats innemen, ten gevolge waar
van de scheepvaart ernstig belemmerd wordt. Genoemde opperwachtmeester
heeft zich ter verkrijging van een bevredigende oplossing gewend tot,
het bestuur van het Heemraadschap van de Mark en Dintel, met vprzoek,
in de keur op korte termijn zodanige voorschriften op te nemen, dat
tegen schippers die het normale verkeer in de rivier belemmeren,, kan
worden opgetreden. Aangezien met de wijziging van de keur circa 3 maan
den gemoeid zijn, is naar een andere oplossing uitgezien,die naar het
oordeel van de politie te water kan worden verkregen door in de- alge
mene politieverordening ter zake bepalingen op te nemen, Aangezien het
twijfelachtig voorkwam of de gemeenteraad in deze verordende bevoegd
heid heeft, is hedenmiddag telefonisch kontakt opgenomen met de- provin
ciale griffie. Uit de gevoerde besprekingen is gebleken, dat er inder
daad. meningsverschil mogelijk is of in de algemene politieverordening
voorschriften als bovenbedoeld opgenomen kunnen worden.
Niettemin wordt er van de zijde van de rijkspolitie ten einde moei
lijkheden te voorkomen, op aangedrongen in de politieverordening de
volgende voorschriften op te nemen:
1. het is de schipper van een vaartuig verboden zijn vaartuig op de
rivier "de Mark of Dintel" te ankeren of te meren naast reeds twee
ten anker of gemeerd liggende andere vaartuigen;
2. schippers die met hun schepen op de Mark of Dintel ligplaats nemen
zijn verplicht met hun vaartuig tegen de oever, de één achter de
ander in een enkele lijn ligplaats te nemen en te houden tot een
breedte van ten hoogste twee vaartuigen;
3. de schippers zijn verplicht hun vaartuigen op vordering van de ambte
naren van de rijkspolitie onmiddellijk te verhalen naar een door ge
noemde ambtenaaraan te wijzen plaats.
^e heer Ernest die uit hoofde van zijn functie op de coöperatieve
beetwortelsuikerfabriek goed bekend is met de situatie ter plaatse,
merkt op, dat het naar zijn oordeel niet zo is, dat de schepen ter
plaatse 3 A dik liggen, doch dat het naar zijn oordeel onverantwoor
delijk is, dat goedgevonden wordt, dat schuiten die zand aanvoeren
voor de aanleg', van rijksweg 1? en die een grote breedte hebben de
rivier bevaren. Spreker verklaart van oord.eel te zijn, dat het geen
aanbeveling verdient overeenkomstig de wens van de rijkspolitie te
water te handelen, daar normaal de schepen ter plaatse maar een dik
liggen en geeft in óverweging deze aangelegenheid door het Heemraadschap
te laten behandelen.
Ook de heer Koevoets verklaart op grond van persoonlijke indrukken
ter plaatse, dat de noodzaak voor het opnemen van voorschriften in
de algemene politieverordening naar zijn mening niet aanwezig is.
Na een korte gedachtenwisseling wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten niet over te gaan tot het aanbrengen van de door de rijkspo
litie te water te Dordrecht voorgestelde aanvullingen in de algemene
politieverordening dezer gemeente.
Hierna vraagt de voorzitter of een der ledennog iets in het belang
van de gemeente te vragen of medete delen heeft.
- De heer Vissenberg vraagt -