- 3 -
De heerMoerings vraagt voorts hoe het staat met de woningen die zich
bevinden in het straatje, gelegen naast het café Schouw.
De voorzitter antwoordtdat deze woningen bestemd zijn om t.z.t. te
verdwijnen,doch dat dit niet zo moet worden gezien, dat dit op korte
termijn zal moeten plaats hebben.
De heer Ernest bespreekt de geprojecteerde doorgang tegenover de
Paterstraat ('t Sluiske),ten gevolge waarvan enige woningen zullen
moeten verdwijnen en vraagt of het niet mogelijk is ter plaatse een
gunstiger oplossing te verkrijgen.
De voorzitter antwoordt, dat deze kwestie van alle kanten is bekeken,
en dat het de conclusie geweest is, dat aan de thans gegeven oplossing
verre de voorkeur moet worden gegeven boven de oplossing in het bestaan
de plan, waarin de doorbraak is aangegeven ter plaatse waar zich het
café Schouw bevindt.
Wethouder Vrolijk verklaart van mening te zijn, dat bij een doorbraak
bij het café Schouw eenzelfde breedte van de toegangsweg verkregen
wordt als bij de doorbraak aan de andere'zijde en dat eerstgenoemde
doorbraak economisch meer verantwoord is.
De voorzitter antwoordt, da.t de toegangsweg aan de zijde van het
café Schouw met het oog op de toekomstige bestemming van de achterlig
gende terreinen veel ongunstiger komt te liggen.
De heer L.Jansen vraagt of het de bedoeling is om het Sluiske te
rioleren.
De voorzitter antwoordt, dat dit niet in de bedoeling ligt.
Naar aanleiding.van een vraag van de heer L.Jansen over het gedeelte
van de Achterdijk, da.t volgens het plan in de toekomst komt te verval
len, antwoordt de voorzitter, dat ook op dit punt het plan juist is
opgesteld, doch dat de gemeente maatregelen moet treffen, dat zo spoe
dig mogelijk in de omgeving een of meer straten moeten worden aange
legd om gegadigden in de gelegenheid te stellen in de omgeving van de
Achterdijk op een veel aantrekkelijker plaats een woning te bouwen.
De heer Marcelissen verklaart van mening te zijn, dat er alles voor
te zeggen valt om het betreffende gedeelte van de Achterdijk niet langer
te laten voortbestaan dan noodzakelijk is.
De heer C.Jansen vraagt of de eigenaren van de woningen door de voor
genomen maatregel niet ernstig gedupeerd worden.
De voorzitter antwoordt, dat belanghebbenden een beroep kunnen doen
op de schadevergoedingsregeling.
De heer Akkermans vraagt of het de bedoeling van burgemeester en wetT
houders is de panden aan de oostzijde van de Markt te slopen.
De voorzitter antwoordt, dat het zeker niet de bedoeling is hiertoe
op korte termijn over te gaan, doch dat 't Hof in een zodanige toestand
verkeert, dat de noodzaak tot afbraak kan ontstaan.
De heer Akkermans geeft voorts als zijn mening te kennen, dat er
alleen gesloopt moet worden als er iets anders in de plaats komt.
Wethouder Vrolijk merkt op, dat naar zijn oordeel de raad zich zal;
hebben uit te spreken over de plaats, waar het nieuwe gemeentehuis
t.z.t. zal behoren te worden gebouwd.
De voorzitter antwoordt, dat in tegenstelling met het vorige uitbrei
dingsplan, waar het nieuwe gemeentehuis geprojecteerd was ter plaatse
waar zich thans 't Hof bevindt in het thans aanhangige wijzigingsplan
het gemeentehuis op de hoek van het Marktplein geprojecteerd is.
- Wethouder Vrolijk -