- 1? - Spreker eindigt met het vertrouwen uit te spreken, dat de verbouwing van het patronaatsgebouw spoedig ter hand zal worden genomen en dat ook aan de oprichting van een school voor uitgebreid lager onderwijs zeer bijzondere aandacht zal worden besteed. De voorzitter brengt naar aanleiding van het besprokene door wethouder Verholen onder de aandacht, dat met betrekking tot de oprichting van een gemeenschapshuis een lichtpuntje ontstaan is, nu het gemeentebe stuur dezer dagen een afschrift heeft ontvangen van een aan het Kerk bestuur te Oud-Gastel gericht schrijven, waaruit blijkt, dat dit bestuur aan het Ministerie van Maatschappelijk Werk een onderhoud heeft aange vraagd om voorgelicht te worden over de voorwaarden die gesteld worden voor de oprichting van een gemeenschapshuis. Bovendien is het een stap in de goede richting, dat de r.k. uitleenbibliotheek gelegenheid krijgt in een kerkelijk gebouw haar aktiviteiten te ontplooien. Spreker ves tigt er de aandacht op, dat het ook de taak van de gemeente is om kerke lijke en particuliere initiatieven te steunen om een gunstiger woonkli maat te scheppen. In dit verband merkt spreker op, dat om dit te bereiken, het ook nodig is om te beschikken over een behoorlijk opgezet uitbrei dingsplan. zodat het te betreuren valt, dat het gewijzigde uitbreidings plan door de raad niet is aanvaard. Terugkerend op de brief van het Ministerie van Maatschappelijk Werk spreekt de voorzitter het vertrouwen uit, dat het gemeentebestuur de gelegenheid zal krijgen de besprekingen bij te wonen. Wat de achteruitgang van de bevolking betreft merkt de voorzitter op, dat het jammer is dat deze teruggang moet worden vastgesteld, doch wijst er op, dat de vermindering van het inwonertal niet persé het ge volg behoeft te zijn van het geringe bouwvolume dat deze gemeente de laatste jaren heeft toegewezen gekregen, hetgeen moge blijken uit het feit, dat deze omstandigheid zich ook in andere gemeenten heeft voor gedaan waar de laatste jaren veel gebouwd is. Spreker besluit met de opmerking, dat ook onze gemeente paraat moet zijn met het oog op de uitvoering van het plan "Het Nieuwe Westen". De heer Ernest vraagt de aandacht van burgemeester en wethouders voor het gedeelte van de Gastelsedijk West, waar bebouwing aanwezig is, en dat in slecht onderhouden toestand verkeert. De voorzitter antwoordt, dat het in deze een weggedeelte betreft, dat in beheer en in onderhoud is bij het Waterschap "Heerjansland" en dat hij vernomen heeft, dat voor de verbetering van dit weggedeelte bij de D.A.C.W. een plan is ingediend. Spreker zegt een onderzode toe in hoe verre kans bestaat, dat op een spoedige reconstructie van dit wegge deelte mag worden gerekend en of eventueel in onderlinge samenwerking iets te bereiken is. De heer van Rijsbergen meent niet te mogen nalaten een woord van dank te zeggen aan het adres van burgemeester en wethouders en het gemeente- personeel voor de keurige verzorging van de raadsstukken, wat in het bijzonder geldt voor de gemeentebegroting 1960 met de daarbij behorende memorie van toelichting. Aangezien verder niets meer te behandelen is en geen derleden het woord meer verlangt, sluit de voorzitter de vergadering met de christe lijke groet. De raad de sekretaris, voornoemd, de voorzitter,

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1960 | | pagina 17