T"™" Antwoord 1 - 17 - Het regelement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad zoais dit door de raad is vastgesteld op 11 december 1958 bevat inder- aa geen epalingen met betrekking tot de mondelinge rondvraag. e rege van dit reglement is,dat in een vergadering slechts die za- ken aan de orde komen,welke op de oproepingsbriefjes zijn vermeld, it is bewust gedaan omdat de gemeentezaken,welke aan de raad ter beoordeling worden voorgelegd in de tegenwoordige tijd in het alge-r meen wel zo ingewikkeld zijn dat zij terdege moeten worden bestudeerd n voorbereid om tot een verantwoorde besluitvorming te komen. a\lefn moSelijk als die zaken,voor de vergadering tijdig be- z jn. akenwelke tijdens een mondelinge rondvraag plotseling naar voren worden gebrachtvallen buiten de orde van de dag en hierop kan nauwelijks een verantwoord besluit genomen worden. Dit zijn dan ook de m artikel 25 van het reglement van orde bedoelde "vragen bui ten de vergadering oijt". Wanneer een zo plotseling tijdens een mondelinge rondvraag naar vo ren gebrachte vraag gaat over een belangrijke zaak,kan van een voor zitter naar redelijkheid niet worden verwacht dat hij daarop voor de vuist weg een antwoord geeft. Meestal zal die vraag of zaak eerst nader moeten worden bekeken en nader besproken worden in het college van burgemeester en wethouderszulks zeker als het een kwestie is van be leid. Kan een raadsvoorzitter de verleiding om dergelijke vragen toch voor de vuist weg te beantwoorden niet weerstaan,dan zal het antwoord er meestal naar zijn en de vragensteller voelt zich dan niet bevredigd wat weer tot een onvruchtbare discussie in de ruimte kan leiden. Bij het huidige systeem is de vragensteller verplicht zijn vraag duidelijk te formuleren,omdat hij deze op papier moet stellen. Hier door worden misverstanden over de strekking van de vraag voorkomen. De vooEitter van de raad kan zich tevoren,eventueel na overleg met de wethouders,over het antwoord beraden en zodoende de vraag op af doende wijze beantwoorden. Op deze wijze worden ook onbelangrijke vra gen voorkomen,omdat het eenvoudiger is deze buiten vergaderingsverband rechtstreeks te stellen. Vraag 2. Ben ik juist ingelicht dat de heer Rademakers uit Stampersgat de oude woningen aan de Markt al aan het slopenwasvoordat 3.en W. hierover een beslissing hadden genomen en was het niet beter geweest hierover een advertentie te plaatsen,opdat iedereen hier kans naar had.Wellicht was de opbrengst voor de gemeente dan groter geweest dan nu,want nu is het naar ik hoor J.O. Antwoord 2. Met betrekking tot de door de heer Vissenberg bedoelde woningen was door burgemeester en wethouders besloten dat deze zouden worden afge broken door het eigen personeel. Aangezien beide woningen totaal ver sleten waren kon naar redelijkheid niet worden verwacht dat van par ticuliere zijde belangstelling voor deze sloop of de afkomende mate rialen zou bestaan. Toen de gemeentewerklieden met de sloop begonnen waren werd het hoofd van gemeentewerken benaderd door de heer Rade makers, die de panden wel wilde afbreken mits hij geld toe kreeg. Hierop werd niet ingegaan. - Toen de heer Rademakers -

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1959 | | pagina 64