lay Vaststelling vergoedings- verordening vervoerskos ten onderwijs. 10, Vaststelling 11 •ergoedings- iedragen per eerling art. 01.5e lid ager onder- ijswet 1920 n art.3A-.4e id besluit b.l.0.1949 voor het jaar 1960. Bschikbaas- teliing aan gaf fing ihoolmeubelen k. meisje s- ftool te Oud- istel 12. - 11 - Vaststelling vergoedingsverordening vervoerskosten onderwijs (prae-advies no. 93). De voorzitter merkt,met verwijzing naar prae-advies no. 93 op, dat burgemeester en wethouders voorstellen de ontwerp-verordening vas c stellen inzake toekenning van tegemoetkomingen uit de gemeentekas in de kosten van vervoer van leerlingen,afkomstig uit deze gemeente,die een school voor middelbaar of voorbereidend oger onderwijs of een kweekschool voor onderwijzers,onderwijzeres- senof kleuterleidsters bezoeken en houdende richtlijnen in acht te nemen bij de toekenning van de tegemoetkomingen,bedoeld in de artikelen 13,70 en 126 van de lager-onderwijswet 1920. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. ^stfeUlnS vergoedingsbedragen per leerling,bedoeld in artikel 101,5e lid^der lager onderwijswet 1920,en in art.34,4e lid van het besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 voor het jaar 1960 voor het bijzonder gewoon-voortgezet gewoon- en buitengewoon lager on derwijs. De voorzitter merkt,met verwijzing naar prae-advies ao.109,op dat burgemeester en wethouders voorstellen de vergoedingsbedragen per leerling voor het jaar 1960 als volgt vast te stellen; 1e.het bedrag bedoeld in het 5e lid van artikel 101der lager on derwijswet 1920 voor het bijzonder gewoon lager onderwijs aan de te Oud-Gastel gevestigde scholen voor het jaar i960 te bepalen op 40,per leerling; 2e.het bedrag,bedoeld in het 5e lid van artikel 101 der lager on derwijswet 1920 voor het bijzonder gewoon lager onderwijs aan de te Stampersgat gevestigde scholen voor het jaar i960 te bepalen °P 44,— per leerling. 3e.het bedrag,bedoeld in het 5e lid van artikel 101 der lager-cn- derwijswet 1920,voor het bijzonder voortgezet lager onderwijs voor het jaar 1960 te bepalen op 55,— per leerling en 4e.het bedrag,bedoeld in hot 4e lid van artikel 34 van het besluit buitengewoon lager onderwijs 1949,voor het bijzonder buitenge woon lager onderwijs i.e. het continu-onderwijs aan schippers kinderen,voor het jaar 1960 te bepalen op 65,— per leerling. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Beschikbaarstelling van gelden voor de aanschaffing van schoolmeu- helen voor de r.k.meisjesschool te Oud-Gastel (prae-advies no.108). De voorzitter merkt,met verwijzing naar prae-advies no.108 op, dat burgemeester en wethouders voorstellen op het verzoek van het r.k.kerkbestuur van de parochie van de H.Laurentius te Oud-Gastel dd. 28 oktober 1959 om op grond van artikel 72 van de lager on derwijswet 1920 de benodigde gelden te mogen ontvangen voor de aan schaffing van meubilair voor de twee hoogste leerjaren van de r.k. meisjesschool. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de gevraagde medewerking te verlenen. - Wijziging premiespaarregeling gemeentepersoneel -

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1959 | | pagina 58