b, f Hierna merkt de voorzitter op, dat het zoals in het prae-advies is vermeld de bedoeling is de grond t.z.t, aan de provincie over te dragen onder de voorwaarden mede in het prae-advies vermeld. De heer AKKERMANS vraagt hoelang de gemeente over de garage van de hqer v.d. Mast kan beschikken. De voorzitter antwoordt, dat hiervoor geen tijd is bepaald, daar thans hieromtrent niets met zekerheid bekend is, daar het afhangt van het tijdstip, dat het nieuwe gebouw voor de openbare werken en de brandweer gereed zal zijn. De heer ROOSENDAAL merkt op, dat hij van mening is, dat de verkeers- verbetering ter plaatse primair een provinciaal belang is en vraagt zich af of het niet juister is, dat de gemeente het gebouw aan de provincie verkoopt en dat de provincie met van der Mast onderhandelt. De voorzitter antwoordt, dat het standpunt van de provincie is, dat de weg ter plaatse, nadat de verbindingsweg tussen Steenstraat en Veerkensweg tot stand zal zijn gekomen, de weg ter plaatse voor de pro vincie van geen belang meer is. Na enige gedachtenwisseling wordt voorts zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Be.gT°!'inKS~ van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1958. wijzigingen Na voorlezing van de ontwerpbesluiten, met daarbij behorende memories dienstjaar van toelichting, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten deze beslui- 1958. ten vast te stellen. Begro"tings- Wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1959. wijzigi ngen Na voorlezing van de ontwerpbesluitenmet daarby behorende memories dienstjaar van toelichting, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten deze beslui— 1959. ten vast te stellen. Bean tv/oor- 15. Hierna stelt de voorzitter aan de orde de beantwoording van de vol— ding van in- gende ingekomen vragen: gekomen vra- 1e. vraag van het lid KOEVOETS met betrekking tot het plaatsen van ban den. ken in de Dreef. De voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat het geen aanbeveling verdient in de lange Dreef banken te plaatsen, daar hierdoor de aanwezige beplanting zou worden beschadigd, terwijl bo vendien het gevraar niet denkbeeldig is, dat de banken bestemd worden voor andere doeleinden, dan waarvoor zij bestemd zijn. 2e. vraag van de leden L.Jansen, Ernest en Marcelissen, met betrekking tot de oprichting van een school voor uitgebreid lager onderwijs. De voorzitter merkt op, dat het naar het oordeel van burgemeester en wethouders zeker niet de bedoeling zal zijn in onze vrijwel uitsluitend katholieke gemeenschap een openbare school voor uitgebreid lager on derwijs op te richten. Dit wordt door het lid ERNEST beaamd. Het gevolg hiervan is, dat in eerste instantie het r.k.schoolbestuur in deze een standpunt zal moeten innemen. Nog onlangs hebben burgemeester en wet houders zich tot het schoolbestuur gewend met het verzoek mede te de len of te dezer zake reeds een standpunt is ingenomen. Hierop is tot heden geen antwoord ontvangen. Indien dit antwoord op zich laat wachten dan zal het gemeentebestuur nader mondeling contact met het schoolbe stuur opnemen. Spreker verklaart van oordeel te zijn, dat de oprichting van een school voor uitgebreid lager onderwijs in deze gemeente zeer zeker levensvatbaarheid zal hebben en dat het gemeentebestuur om tot de oprichting van een zodanige school te komen het mogelijke zal blijven doen. Wethouder VERHOLEN toont aan de hand van door het Centraal Bureau voor de statistiek gepubliceerde cijfers aan, dat aan nijverheidsonderwijs meer behoefte bestaat dan aan uitgebreid lager onderwijs. Spreker merkt verder op, dat hij meermalen geijverd heeft voor de oprichting van een ulo-school doch vraagt zich thans af of het geen aanbeveling verdient een enquete in te stellen naar het aantal kinderen, dat nijverheidson derwijs ontvangt en naar het aantal leerlingen, dat uitgebreid lager on derwijs geniet.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1959 | | pagina 221