tl
9-
Bovendien is het gevaar niet denkbeeldig, dat de banken zullen worden
aangewend voor andere doeleinden dan die, welke de heer KOEVOETS op het
oog heeft. Spreker zegt toe de door de heer KOEVOETS gedane suggestie
in een vergadering van burgemeester en wethouders aan de orde te zullen
stellen.
De voorzitter merkt vervolgens op hedenmorgen van het bestuur van de
r.k. Middenstandsvereniging een schrijven te hebben ontvangen, waarin
geadviseerd wordt de bestaande regeling met betrekking tot de toepassing
van de winkelsluitingswet op zondagen, te handhaven.
De heer C.JANSEN, die hieromtrent in een vergadering vragen heeft ge
steld, merkt naar aanleiding hiervan op, dat hij zich met dit standpunt
niet kan verenigen en vraagt of onder de middenstanders van gemeentewege
een enquête naar bedoelde omstandigheid is ingesteld.
De voorzitter antwoordt, dat het instellen van eenzodanige enquête niet
op de weg van de gemeente ligt, doch door de middenstandsvereniging zelf
dient te geschieden.
De heer JANSEN merkt nog op, dat hij vernomen heeft, dat in middenstands
kringen wel degelijk verschil van mening over deze a.angelegenheid bestaat.
Aangezien verder niets meer te behandelen is en geen der leden het vroord
meer verlangt, sluit de voorzitter de vergadering met de christelijke
groet.
De Raad voornoemd,
de sekretaris, de voorzitter,