7. behouden, daar het hem anders niet mogelijk is deze percelen te berei ken. Een moeilijkheid doet zich voor met betrekking tot de sportterrei nen, welke in het uitbreidingsplan ter plaatse zijn geprojecteerd.Thans worden voor dit doel geen gelden beschikbaar gesteld. Indien het ontwerp- uxtbreidmgsplan wordt goedgekeurd kan getracht worden de benodigde gelden te verkrijgen. Spreker wijst er vervolgens op, dat de prijs van de te kopen grond, bestemd voor woningbouw, nog niet bekend is. Belang hebbende heeft het advies ingewonnen van de deskundigen van de N.C.B. doch heeft tot heden nog niets vernomen. De vraagprijs ligt aan de hoge kant. Wordt deze prijs aanvaard, dan brengt dit de consequentie mede, dat ook in de toekomst, bij aankoop van gronden, deze prijs betaald zal moeten worden. Ofschoon bij afstand van slechts Vk ha, belanghebbende minder bedrijfsschade heeft, ligt de vraagprijs nog 0,30 per m2 te hoog. De heer MOERINGS merkt op, dat mogelijk met belanghebbende een over eenkomst kan worden getroffen, dat bij afstand ook van zijn andere in het ontwerp-uitbreidingsplan opgenomen gronden het schadevergoedingsbedrag niet zal worden opgevoerd De Voorzitter antwoordt, dat het in deze hierom gaat, dat de vraag prijs hoger ligt dan het bedrag, dat de centrale onteigeningscommissie heeft vastgesteld. De heer ERNEST vraagt, of de gemeente akkoord kan gaan met een schat ting door de deskundigen van de N.C.B. De Voorzitter antwoordt, dat hieromtrent niets te zegeen valt, daar in eerste instantie de raad in deze een standpunt te bepalen heeft en gedeputeerde staten hieromtrent een uitspraak moeten doen. Hierna spreekt de heer VISSENBERG het vertrouwen uit, dat de verdere onderhandelingen tot een gunstig resultaat zullen leiden. De heer ERNEST vraagt of het niet mogelijk is de zes aan de Noordzee- dijkgelegen woningen voor het voetbalterrein aan de riolering aan te sluiten, daar de bestaande toestand van afvoer dezer woningen op een langs het voetbalterrein gelegen sloot ernstige bezwaren oplevert. De Voorzitter antwoordt, dat zal worden negegaan of het mogelijk is bedoelde panden aan de bestaande riolering die in de omgeving ligt, aan te sluiten. De heer ERNEST merkt op, dat, voor zover hem bekend is, destijds de verplichting is opgelegd het huisvuil met de ophaaldienst mede te geven, teneinde te voorkomen, dat het huisvuil op willekeurige plaatsen ge stort wordt. De Voorzitter antwoordt, dat het inderdaad destijds in de bedoeling heeft gelegen deze verplichting op te leggen, doch dat nadien is gebleken, dat dit niet mogelijk is, wat niet wegneemt, dat het ongeoorloofd is het huisvuil op willekeurige plaatsen te deponeren. De heer C.JANSEN merkt op, dat het naar zijn oordeel aanbeveling ver dient om te bepalen, dat de winkels 's-zondags gesloten moeten zijn, daar in tegenstelling met voorheen de noodzaak tot openstelling van de winkels 1 s-zondagsmorgens niet meer aanwezig is, terwijl deze noodzaak in het geheel niet meer aanwezig zal zijn, indien, wat in overweging is, tot invoering van de 5-daagse werkweek wordt overgegaan. De Voorzitter antwoordt, dat destijds in afwijking van de betreffende bepalingen van de winkelsluitingswet bij verordening bepaald is, dat de winkels 's-zondagsmorgens voor het publiek geopend mogen zijn. Spreker verklaart van oordeel te zijn, dat, ofschoon de argumenten van destijds niet meer in dezelfde mate gelden, naar zijn oordeel de winkeliers er prijs op stellen, dat gedurende de vastgestelde uren 's-zondags de win kels geopend mogen zijn. De heer AKKERMANS merkt op, dat het gebruikelijk is, dat in een plat telandsgemeente de gelegenheid bestaat 's-zondags na de kerkdiensten inkopen te doen, wat in het bijzonder van belang is voor de bewoners van de buitenwijken.

Raadsnotulen

Oud en Nieuw Gastel: 1938-1980 | 1958 | | pagina 177