4.
De heer VAN DONGEN merkt op, dat hij het organiseren van kermissen
voor het doel, waarvoor deze gehouden worden een goedkope manier
vindt om aan geld te komen, wat z.i, ten koste van de grote gezinnen
Beroep
schrift A.
Havermans
tegen af
wijzend be
sluit b.en
v'. op ver
zoek van
een bouw
vergunning
De Voorzitter antwoordt, dat met het al of niet organiseren van e en
kermis bij deze gelegenheden het houden van wielerwedstrijden staat of
valt.
De heer VAN DONGEN blijft van mening, dat het met het oog op de be
langen van de gezinnen met kleine kinderen niet verantwoord is deze
kermissen te organiseren en dat niet getracht wordt op meer normale
wijze de benodigde gelden bijeen te brengen.
Wethouder VROLIJK verklaart de mening van de heer van Dongen te de
len, doch stelt er prijs op te verklaren, dat Gastel Vooruit het 3/4e
gedeelte van de netto-opbrengst ten goede laat komen aan in de gemeente
werkzame verenigingen en instellingen, welke opmerking de heer VAN DONGEN
aanleiding geeft onder de aandacht te brengen, dat, als er een behoor
lijk saldo is het houden van een kermis ook niet nodig is.
De heer KOEVOETS verklaart het met de mening van de heer van Dongen
volkomen eens te zijn en spreekt er zijn teleurstelling over uit, dat
hij in de courant heeft moeten lezen, dat de gunning van de staanplaat
sen reeds heeft plaats gehad, zodat op de beslissing van de raad is
vooruitgelopen.
Wethouder VROLIJK merkt op, dat het verzoek van Gastel Vooruit inder
daad te laat is ingediend.
De Voorzitter adviseert voor wat dit jaar betreft de beide ingekomen
verzoeken in te willigen, doch onder de aandacht van de comités te brengen
dat volgende jaren de wielerronden georganiseerd behoren te worden, zon
der dat daaraan een kermis verbonden wordt.
Nadat Wethouder VERHOLEN nog heeft opgemerkt, dat het in de rede ligt
dat op de eerste plaats geldelijke steun aan de wielercomitês verleend
wordt door degenen, die van de wielerronden het meest profiteren, wordt
zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de beide voorstellen van bur
gemeester en wethouders besloten, met dien verstande, dat de door de
Voorzitter gedane suggestie ter kennis van de comités zal worden ge
bracht.
v. Beroepschrift van A. Havermans, Markt *14 te Oud-Gastel, dd. 19
februari 1958 tegen het besluit van burgemeester en wethouders
dd. 28 januari 1958, nr. 7, waarbij aan hem vergunning is gewei
gerd voor het veranderen van de beide op het kadastrale perceel
gemeente Oud-en Nieuw Gastel sectie D. no. 2824 staande woningen
tot een winkel-woonhuis en verzoek hem, met toepassing van arti
kel 23 der plaatselijke bouwverordening, jo. art.7 der woningwet
de gevraagde vergunning alsnog te verlenen, eventueel onder voor
waarde, dat wordt voldaan aan de bij die vergunning nader te stel
len welstandseisen.
De Voorzitter brengt onder de aandacht, dat burgemeester en wethouders
voorstellen het beroep ongegrond te verklaren op grond van de volgend©
overwegingen: N
1e. dat van de bestaande aard en bestemming wel degelijk wordt afgeweken
door de bestaande twee woningen te veranderen in één winkel-woon
huis;
2e. dat hierdoor de aankoop van de panden in de toekomst ten behoeve
van de ter plaatse geprojecteerde straat veel moeilijker en kost
baarder wordt;
3e. dat het linkerwoningterrein in het uitbreidingsplan de bestemming
van straat heeft en nu onderdeel van een winkelwoonhuis wordt;
4e. dat het gebruik en de aard van de huidige twee woningen deze ver
bouwing niet wettigen, omdat het niet twee wooneenheden blijven en
5e. dat het begrip "vergroten'"' niet bedoeld is als wijziging in opper
vlak, maar slaat op afwijking.