7.
Wijziging 8. Voorstel van burgemeester en wethouders om over te gaan tot wijzi-
gemeentebe- ging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1957.
sroting Na voorlezing van het ontwerpbesluit met de daarbij behorende memo-
dienstjaar rie van toelichting, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten dit
1957. besluit vast te stellen.
Hierna wordt op voorste van de Voorzitter zonder hoofdelijke stemming
besloten aan de agenda toe tc voegen, punt 9, luidende:
Aangaan Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aangaan van een over-
overeen- eenkomst van geldlening met- de N.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten,
komst van De Voorzitter merkt op, dat burgemeester en wethouders naar aanlei-
gelcTlening ding van een hedenmorgen ingekomen schrijven van de N,V,Bank voor Ne-
met ÏÏ.V. derlandse Gemeenten te s-Gravenhage, dd. 30 januari 1958 no. 4798/D
Bank voor voorstellen, mot deze bankinstelling een overeenkomst van geldlening
Nederlandse aan te gaan overeenkomstig het bij het ontwerpbesluit behorende ontwerp
gemeenten en tot ten hoogste het bedrag, waarvoor door kopers van rentespaarbrie-
(betr.rente-ven der tweede nationale woningbouwlening rentespaarbrieflening 1957)
spaarbrief- overeenkomstig de voorwaarden waaronder deze lening volgens het pros-
loning 1957)pectus dd„ 26 november 1957 werd uitgegeven, ten aanzien van deze ge
meente voorkeur is uitgesproken, zulks onder bepaling, dat de opbrengst
der lening zal worden gebruikt voor de financiering van de woningbouw,
alsmede van de met de woningbouw in ruime zin samenhangende werken van
dringende aard, w.o, mede begrepen scholenbouw en dat de krachtens dit
besluit op te nemen bedragen zullen worden geconstateerd bij besluiten
van burgemeester en wethouders, die binnen drie dagen na hun tot stand-
koming aan de raad en aan gedeputeerde staten zullen worden medegedeeld.
Na voorlezing van het ontwerp-besluit met daarbij behorende ontwerp
overeenkomst, wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
Rondvraag. De Voorzitter vraagt vrvolgens of een der leden nog iets in het be
lang van de gemeente te vragen of mede te delen heeft.
De heer AKKERNANS verzoekt maatregelen te treffen, dat aan het Omme
gangstraatje, waarover hij reeds in oen vorige vergadering heeft gespro
ken, zodanige verbeteringen worden aangebracht, dat het als wandelpad
geschikt is. De Voorzitter antwoordt, dat hem gebleken is, dat reeds
voorzieningen zijn getroffen en dat ook in de toekomst zal worden zorg
gedragen, dat het straatje in goed onderhouden toestand verkeert.
De heer VAN DONGEN brengt in herinnering zijn aan de raad gericht
schrijven om het reglement van orde zodanig te wijzigen, dat behalve tij
dens de normale kantooruren ook op een avond of op Zaterdagmiddag
door de raadsleden inzage kan worden genomen van de stukken die in
behandeling komen. Spreker verklaart van oordeel te zijn, dat dit regle
mentair behoort te worden geregeld, ook al heeft reeds voor deze ver
gadering de gelegenheid bestaan de stukken in te zien en er niet aan
twijfelt, dat in de tegenwoordige samenstelling van het gemeentebestuur
zulks ook in de toekomst mogelijk zal zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders van oordeel
zijn, dat, nu aan het verzoek gevolg is gegeven, de noodzakelijkheid van
reglementswijziging niet aanwezig is.
De heer VAN DONGEN merkt op, dat als de garantie gegeven wordt, dat
inzage van de stukken ook éénmaal voor de raadsvergadering op de door
hem bedoelde wijze kan plaats hebben hij zich met het door burgemeester
en wethouders ingenomen standpunt kan verenigen, al is het op formele
gronden niet juist reglementswijziging achterwege te laten.
Na enige gedachtenwisseling zegt ie Voorzitter toe in de volgende
raadsvergadering deze aangelegenheid nader aan de orde te zullen stellen.